6 Eisleck Trail, GHL en België

Eisleck Trail : 29 April – 3 Mei 2016

1. Kautenbach – Clervaux : 29 April 2016 : 25,5km

 

Voor onze eerste wandeldag kunnen we kort zijn…… het heeft hier niet echt geregend … een druppelke (nee, gene jenever) nu en dan, maar niet de moeite om de paraplu te pakken.  Opstaan, ontbijten, picknick bij elkaar zoeken …… dat is hier nog niet zo gemakkelijk. En dan met de trein naar Kautenbach. Een kwartiertje met de trein en dan mogen wij 7 uur wandelen om terug in Clervaux te komen.

Om 10u00 staan we dan in Kautenbach en de eerste wegwijstekens zijn vlug gevonden. Een korte aanloop naar het dorpscentrum en al snel beginnen we te klimmen. Deze eerste van de 5 hellingen is al een leuke kuitenbijter. Op het hoogste punt komen we uit bij een GSM-mast. En dan draait onze trail in een vlotte beweging bijna terug naar ons vertrekpunt (nee, we zijn niet verloren gelopen…… kijk maar eens naar het traject). En zo komen we na 1 uur bijna terug op ons vertrekpunt. We lopen dwars door een camping met hier en daar enkele verdwaalde Nederlanders. Na de camping gaat het weer vlotjes omhoog naar het kasteel Schibberech (privé bezit) en dan weer vlotjes naar beneden …… een universele wet bij het wandelen in de bergen.

Het volgende dorpje is Lellingen, dat we rechts laten liggen, wegens geen drankgelegenheid. Het is ondertussen al 12 uur voorbij en we besluiten in het volgende dorpje te picknicken. Ook hier weer een pittige klim als interludium. In Wilwerwiltz is het ook weer huilen met de pet op. Na navraag bij een local is er ook hier geen cafeetje voor onze casse-croûte. Jawel, er is er eentje, maar blijkbaar voor onbepaalde tijd gesloten. Dan zetten we ons maar neer op een bankje in de schaduw van het kerkje en spoelen ons brood met worst door met een beetje water. Deze bezigheid houdt ons niet lang op want we hebben nog een flink stuk te gaan en er wachten ons nog enkele frisse hellingen. Na nog een kleine heuvelrug belanden we in Enscherange, dat we vlotjes doorlopen. En dan wordt het weer pittig, de heuvelrug over naar Drauffelt. Tijdens de afdaling begint mijn medewandelaar last te krijgen van zijn knie(ën). En als we ten slotte in Drauffelt aankomen, besluit hij wijselijk dat het genoeg is voor de eerste dag en hij kan van daaruit de trein terug nemen naar Clervaux. Met nog 2 beklimmingen, de daarbij horende afdalingen en nog 4 stapdagen in het vooruitzicht, is dit wel de beste beslissing.

Na een slokje water uit de veldfles begin ik aan de voorlaatste beklimming. Op een gegeven punt midden in het bos slaat de Eisleck Trail naar rechts af. Alle andere wandelingen worden rechtdoor gestuurd. Als ik mijn GPS consulteer, stel ik vast dat mijn Eisleck Trail wel een grote omweg maakt met een extra afdaling en een extra klim. De verleiding is groot om de gemakkelijkste weg te nemen, maar we zijn nu eenmaal lange-afstandswandelaars of niet. De reden voor deze omweg wordt me later duidelijk. De Eisleck Trail wil niet alleen een mooie wandelroute aanbieden, maar heeft ook als doel de wandelaars iets bij te brengen over de lokale natuur en het historisch erfgoed. Na de afdaling is er nog een “kleine” omweg mogelijk langs Munshausen waar er o.a. een historisch kerkje en andere bezienswaardigheden te bezien zijn. Maar ik laat deze kelk aan mijn voorbijgaan. Ik heb tenslotte nog enkele klimmetjes voor de boeg en wil op tijd in Clervaux aankomen.

Enfin, na nog wat klimmen en dalen zie ik bij het verlaten van een bos in de verte de abdij van Clervaux liggen. Einde in zicht. Toch moet ik eerst nog voorbij het stadje en vanop een hoogte kan ik al wandelend en fotograferend het stadje overschouwen. Nog enkele honderden meters en we zijn er, maar eerst moet ik nog langs de kapel van Loretto, mooi van buiten maar binnen niet te bezichtigen, deur op slot. En dan zie ik aan de overkant van de spoorweg ons Hotel des Nations al liggen.

2. Clervaux – Moulin d’Asselborn : 30 April 2016 : 18,8km

 

Het wordt al bijna routine. Opstaan, ontbijten, onze valiezen klaarmaken, betalen en wegwezen. We hebben deze keer een picknick gevraagd in het hotel. En om 9u00 zijn we al op weg en dit voor één van de kortste etappes. We krijgen een gemakkelijke aanlooproute …. enkele kilometers rustig op en af. Maar na 3 kwartier draait de weg terug naar het zuiden en krijgen we de toren van de abdij van Clervaux weer in het oog. Doet me denken aan gisteren toen we met een grote boog rond Kautenbach liepen.  Maar na enkele honderden meters draait de trail resoluut het bos in naar het noorden.

Hier begint de eerste echte klim van de dag. Op enkele stukjes na gaat het gezapig naar boven door het bos van Beischend. Veel valt er niet te vertellen, behalve 2 zaken. Op het hoogste punt van het bos heeft men een “rock cairn” geplaatst. Dat is een stapel steen op elkaar. Een stapel die je meestal tegenkomt in het hooggebergte op een bergpas. Wij zijn hier nu wel niet in een hooggebergte en nog minder op een bergpas, maar we hebben toch ons kiezelsteentje toegevoegd. Bijna aan het einde van de afdaling, stoten we op een oorlogsmonument. Hier is een brits vliegtuig neergestort dat volgens de tekst op de gedenksteen zou neergeschoten zijn door de Luftwaffe. Volgens de uitleg in onze gids zou het toestel neergeschoten zijn door een Amerikaans jachtvliegtuig……. “friendly fire” ?

Verder gaat het door en langs bossen. Er wordt duchtig gekapt. Volgens een uitleg die ik hier kreeg, zou de EU jaren geleden subsidies gegeven hebben om bomen te planten en nu subsidies geven om bossen te rooien ??? Dat geeft dat er regelmatig merktekens verdwenen zijn. Als een litteken in het idyllische landschap zien we een steengroeve. In the middle of nowhere passeren we een klooster van Cinqfontaines van de Paters van het Heilig Hart en hier moeten dus ergens 5 bronnen zijn. Een beetje verder in het bos zien we een hert voorbij rennen.  Wat verder komen we terug in een zone waar de bomenkappers zich goed hebben geamuseerd. Maar er blijven nog genoeg merktekens over om ons naar Troisvierges te begeleiden. Nog eenmaal blokkeert een stapel gekapte dennen onze wandelweg, maar niets kan ons tegenhouden ….. erop en erover of errond

We komen in de buurt van Troisvierges, maar de trail wil ons ten zuiden van het dorp voeren. Maar het is al half 1 en tijd voor onze picknick. Op zoek naar een cafeetje, worden we attent gemaakt op een soort tuinexpo die plaats vindt in de buurt van een parochiezaal en daar zijn allerlei eetkraampjes. Wij hebben ons eten bij en stellen ons tevreden met enkele pintjes.  Drie kwarter later gaat het weer verder. Een korte maar pittige beklimming brengt ons uit de vallei en voert ons via Sassel langs een beekje dat ons uiteindelijk tot de eindbestemming moet brengen.

Net zoals bij de GR doet men hier zijn uiterste best om ons langs groene en beboste zones te leiden. Ook hier zijn de boskappers actief geweest, maar een gekapte boomstam met het merkteken er nog op, helpt ons horizontaal de juise weg te volgen.  Tot dat we aan de voorlaatste brug komen. Daar zijn ineens alle merktekens verdwenen. Maar dank zij onze kaart, onze OSMand GPS en een portie gezond boerenverstand, hebben we de weg snel teruggevonden. Uiteindelijk belanden rond 15u00 op onze bestemming: Domaine du Moulin d’Asselborn. Een hotel-restaurant geënt op een oeroude watermolen. Gelegen in de ‘middle of nowhere’ en daarom heeeeeel rustig totdat er een bende vlaamse wielertoeristen binnenvalt. For the record: weer geen regen vandaag, dus heerlijk wandelweer.

3. Moulin d’Asselborn – Houffalize : 1 Mei 2016 : 21,7km

 

Volgens de weerberichten zal het een mooie dag worden, maar als ik buiten kijk ziet het er maar grijs uit. Om 9u15 begeven we ons op weg. Aanvankelijk lopen we in de “Vallei van de Vrede”, maar als we de vallei verlaten komen we op een open vlakte en vermits we naar het noorden wandelen voelen we de strakke, frisse noorderwind in het gelaat en dat zal nog zo duren tot tegen de middag.  Onderweg komen we nog een 4-tal schapen tegen maar die hebben hun winterse jas nog aan.

 

Het eerste dorp dat we tegenkomen is Hoffelt, onbeduidend zij het niet dat er een kanaal loopt, het Houfelter Kanal. In de jaren 1820-1830 wilden men de Maas verbinden met de Moesel. Hiervoor moest een kanaal gegraven worden met een onderaardse tunnel tussen Bernistape, in het huidige België, en Hoffelt in het G.H. Luxemburg. Vol goede moed werd hier jarenlang met man- en vrouwkracht aan gewerkt tot het project onafgewerkt in 1831 werd opgegeven. In Hoffelt in Luxemburg zie je na 170 jaar nog de sporen; een brede geul 20 meter breed en 11 meter diep, nu vooral bevolkt door omgevallen bomen en dotterbloemen. We blijven het kanaal volgen tot het punt waar gestopt werd met de graafwerken.We lopen nu een eindje bergop door weidelanden en vinden hier en daar nog sporen van de kanaalwerken.

Uiteindelijk komen we aan de Belgisch-Luxemburgse grens en vervolgen onze weg naar grenspaal 264. We wandelen nu weer over een hoogvlakte en moeten ons hoofddeksel vasthouden opdat het niet zou wegvliegen. Mijn medewandelaar besluit een verkorting te volgen omdat het traject hier bijna een lus maakt. Ik loop nog een eind noordwaarts tot aan borne 265 (I want everything I can get for my money) en draai dan terug en volg een stuk van een RAVel, een oude spoorwegberm die omgevormd is tot fietspad. Een beetje later vinden we elkaar terug aan de rand van een “reserve naturelle”. Een mooie plaats voor onze picknick.

Na een halfuurtje trekken we verder dit natuurgebied in en komen na enkele honderden meters bij een poortje dat ons leidt naar het Belgische begin van de geplande tunnel naar Hoffelt. Die ingang valt ons een beetje tegen want ze lijkt ons maar geschikt voor een grote roeiboot (2,6m breed en 4m hoog). Het kanaal zelf lijkt grootser van opzet en is vergelijkbaar met het kanaal in Hoffelt. We volgen het tot in Bernistape, waarna elk spoor van kanaalbedrijvigheid verdwijnt. Wat verder belanden we in Tavigny met een mooi kasteel, waar indertijd de ingenieurs van de kanaalwerken gehuisvest werden.

Daarna gaat het weer over open terrein maar onder een stralende zon richting Houffalize.  Een beetje voor Houffalize komen we in de “Blancs Bois”, zo genoemd omdat er vooral berken groeien. In deze bossen heeft een wedstrijd plaats voor (amateur)mountain bikers. Regelmatig moeten we opzij gaan om hen door te laten, maar als het echt steil en glibberig wordt, stappen zij ook af en doen ze zoals wij ….. te voet gaan. Wat verder zien we aan de andere zijde van de “Ourthe Orientale” een groot gebouw oprijzen. Als ik diep graaf in mijn herinneringen, meen ik mij te herinneren dat dit wel eens het hotel Ol Fosse d’Outh zou kunnen zijn (ik was hier al eens zo’n 40 jaar geleden). En inderdaad, we zijn aangekomen. Het duurt nog wel even eer onze bagage is teruggevonden, maar eind goed, al goed.

4. Houffalize – Nadrin : 2 Mei 2016 : 21,4km

Vandaag geen kanalen of tunnels, maar vooral bossen en de Oostelijke Ourthe als vloeibare leidraad. Om 9u15 kan de tocht beginnen naar Nadrin. De trail loopt door Houffalize, wat mij de gegelegenheid geeft om brood te kopen voor mijn picknick. Vlak voor ik het stadje verlaat, bots ik nog op een overblijfsel van de laatste WO. Een Duitse Panther, die gerecupereerd werd uit de Ourthe na het Ardennen offensief, herinnert aan de dagen dat bijna gans Houffalize werd platgebombardeerd door de Amerikanen.

En dan gaat het bergop richting Ferme de Randoux. De wandelpaden zijn door de regen, maar vooral door de activiteiten van de mountain bikers van het voorbije weekend omgevormd tot slijkpaden. Zoals gebruikelijk keren we na 1km zuidwaarts gewandeld te hebben resoluut terug naar het vertrekpunt en net als we bijna in de buitenwijken van Houffalize komen, draaien we naar het westen….. in die richting ligt Nadrin, mijn eindbestemming. Hossen door de bossen o.a. onder een brug van de E25, die de Oostelijke Ourthe overspant. Door het bos van Nabiselle richting Bonnerue. Hier verlaten we dan eindelijk de bossen en komen in open terrein en in Bonnerue op het hoogste punt (444m) van de dag. Hier krijgen we een mooi panoramisch zicht op de vallei van de Oostelijke Ourthe. Naar beneden langs de weiden tot we terug bij de bossen en de Ourthe komen.

Het is ondertussen al 12u00 voorbij en tijd voor de picknick. Ik vind een mooie overdekte picknickplaats met uitzicht over een meander van de Ourthe in de buurt van de Moulin en de Pont de Rensiwez. Om 13u00 stap ik weer op; mijn hemd heeft de gelegenheid gehad om te drogen. Het pad snijdt nu enkele bochten van de Ourthe af om uiteindelijk een beetje voor een eerste kleine stuwdam terug de rivier op te zoeken. De brug over en een beetje verder verbreedt de rivier en wordt ze het Meer van Nisramont, gevormd door de Barrage de Nisramont. Weer een eindje verder kom ik bij de samenvloeiing van de 2 Ourthes met de bijhorende belvedere. Het pad volgt de kronkelingen van het meer tot het uitkomt bij de stuwdam. Bij de dam word ik even blij gemaakt met een dode mus, want het cafeetje dat “ouvert” is, is dan toch gesloten, en blijkbaar voor langere tijd. Dan maar eventjes uit mijn eigen fles gedronken.

Het pad volgt dan weer een tijdje de oever van de Ourthe tot op een punt waar de bomenkappers weer bezig geweest zijn. Gelukkig heb ik de kaart en de GPS en laveer ik tussen de brokstukken van de bomen. Om uiteindelijk na een steile klim in Ollomont aan te komen en een bezoekje te brengen aan de kapel van Sint Margaretha.  Ik vraag nog even aan enkele locals waar het Hotel des 5 Ourthes ligt. Ze wijzen mij vriendelijk de weg en zeggen dat het een 300m verder ligt. Om kort te zijn, na meer dan 1km vind ik uiteindelijk het hotel.

5. Nadrin – La Roche-en-Ardenne : 3 Mei 2016 : 17,4km

 

Spijtig maar dit is de laatste stapdag al, ik begon nu juist in mijn goede ritme te komen en de gebruikelijke stijfheid van dag 2 en 3 is voorbij. Eerst naar de bakker en daarna naar mijn vertrekpunt. Het is een beetje na 9u00 als ik aan de tocht begin. Het is nog grijs weer, maar een fleece volstaat. Een beetje verder mag ik al een steil klimmetje doen om me op te warmen. Het gaat op en neer tussen het groen, maar plots is de wandelweg afgesloten. Er zouden verderop bomen omgewaaid zijn en te gevaarlijk om er door te trekken op straffe van zware boetes. Ik kies waar voor mijn geld en neem een alternatieve route naar Bérismenil. Dit betekent dat ik enkele kilometers moet omwandelen langs een grote baan met een koude wind op kop. Bovendien mis ik zo de prehistorische site van Le Cheslé, een vesting van de Kelten. Onderweg passeer ik de Chapelle Sainte Gotte.

Na Bérismenil is het een tijdje lopen langs en door de weiden. Tot we nog eens bij een oorlogsmonument komen: bij Les Crestelles is in WO2 een Amerikaanse bommenwerper neergestort. Het hele verhaal van hoe de bemanningsleden thuis zijn geraakt wordt uit de doeken gedaan. Een beetje verder krijg ik een mooi uitzicht op een meander van de Ourthe bij het dorpje Maboge.  Dan volgt een afdaling door een bos, die aanvankelijk >voorspoedig verloopt totdat het wandelpad versperd wordt door bomen die gekapt werden en achteloos neergestrooid over mijn traject. Het wordt enkele honderden meters klimmen over stammen van allerlei dikte.

Uiteindelijk kom ik terug bij een weg die ik gelukkig mag oversteken om langs de Rau de Borzée te klimmen naar het gehuchtje Borzée. Geen levende ziel te bekennen maar wel een leuk kerkje. Dan gaat het langzaam meestal bergaf naar La Roche-en-Ardenne, waar ik in een klein parkje het eindpunt van de Eisleck Trail aantref.

Scroll naar boven