7 La Chartreuse, Frankrijk

La Chartreuse : 11 – 18 Juni 2016

Inleiding : La Chartreuse : 11 – 18 Juni 2016

 

Vrijdag 10 juni. De Chartreuse is niet alleen een bekende likeur, maar ook een streek in de Franse Voor-Alpen net ten noorden van Grenoble. Het is een bergmassief en er bevindt zich een prachtig ‘Parc Regional Naturel’. Reeds iets voor 16u komen we aan bij ons eerste hotel in het Cirque St.Même. Het bevindt zich op 900 m hoogte op het einde van de vallei van de Guiers Vif, waar deze wordt afgesloten door een rotswand van soms wel 500 m hoog. De rivier verschijnt hier op een hoogte van enkele honderden meters uit de rotswand en daalt via enkele mooie watervallen af naar de vallei. Er zijn enkele bewegwijzerde wandelwegen en we trekken bijna onmiddellijk via een steil pad zigzag de hoogte in. Vanop een afstand kunnen we wat later al één van de verschillende watervallen bewonderen, die deze vallei rijk is, de Cascade Isolée.

We komen voorbij enkele grotten en krijgen al snel een mooi zicht op de vallei onder ons. Na enkele smalle paadjes en een met een kabel beveiligde afdaling komen we uit bij de Grotte du Guiers. Indrukwekkend hoe de natuur hier deze immens grote gaten heeft kunnen boren in dit gebergte. De streek is een paradijs voor de orchideeën liefhebber. Het Soldaatje (Orchis militaris) hebben we al gespot en aan Vogelnestjes (Neottia nidus-avis) is hier ook geen gebrek, maar ik had niet verwacht reeds op onze eerste uitstap de koningin der orchideeën aan te treffen : het Vrouwenschoentje (Cypripedium calceolus) of in het frans le Sabot de Venus. Het is een prachtige bloem en we vinden hier enkele exemplaren juist naast het pad. Even later staan we onder aan de volgende waterval, de fameuze Grande Cascade. We steken iets lager via een brugje de Guiers Vif over en keren door het bos terug naar de vallei en ons hotel.

1. Cirque de St. Même – La Ruchère – St. Pierre-d’ Entremont : 11 Juni 2016

Na het klassieke Franse ontbijt van stokbrood en confituur en koffie, pakken we onze spullen in en laten het hotel achter ons om 9u30. Er is echter al heel wat beweging buiten het hotel en bij het monument dat we gisteren gezien hebben wat verder langs de weg, gaat er blijkbaar een ceremonie plaatsvinden. Nadat de Franse maquis tijdens Wereldoorlog II in de Vercors aangevallen was door de Duitse troepen, trokken ze in juni en juli 1944 hierheen om zich te reorganiseren en dat feit wordt vandaag hier herdacht. Een bescheiden gedenksteen met een Franse vlag ernaast, gedenkt hier deze feiten.
Dan beginnen we aan onze tocht door in de vallei af te dalen. We wandelen achtereenvolgens door de stille dorpjes St. Même d’en Haut en St. Même d’en Bas. De zon breekt al snel door de wolken heen. Er staat een paradijs van wilde bloemen langs het pad. Ook verschillende orchideeën laten zich zien, zoals het Wit Bosvogeltje (Cephalanthera longifolia) en de Bergnachtorchis (Platanthera montana). We bereiken even later het dorp St. Pierre-d’Entremont. Eigenlijk zijn het 2 dorpen (met 2 kerken), want de plaats wordt in tweeën gedeeld door de rivier de Guiers Vif. Nu nog is het de grens van de departementen Isère en Savoie. We verlaten het dorp terug langs de Savoyaanse kant van de rivier. We dalen af naar de rivier en kruisen de torrent nogmaals via een smalle passerelle. Aan de andere kant wacht ons een klim van 300m naar een hoger gelegen dorp.
We bevinden ons in de schaduw van een flinke beboste helling en zien een 150 m boven ons een weg door de bergwand lopen. Het is de Route de Frou, die we na een half uurtje klimmen oversteken. Deze weg verbindt St. Pierre-d’Entremont met St Christophe sur Guiers. Na nog een half uur klimmen komen we uiteindelijk uit in het gehucht Château, dat gedomineerd wordt door een kasteel. De ruïnes hebben de imponerende naam van ‘Le Château du Gouvernement’. Er zou hier al een kasteel gestaan hebben in de 11e eeuw, maar het is in de loop der eeuwen ook al verschillende malen verwoest en weer heropgebouwd. We brengen er eerst een kort bezoek aan en bewonderen vooral het prachtige uitzicht dat we van hieruit hebben over dit deel van de Chartreuse. Direct ten noorden van ons rijst de massieve driehoek van de Roche Veyrand de hoogte in. En aan de overkant van de Guiers zien we de grote platte bergtoppen van de Granier en de Sommet du Pinet, die zich allebei in de wolken bevinden.
Over een afstand van enkele kilometers moeten we weer een 200 m stijgen naar de Pas Dinay (1125 m). Het wordt een aangename wandeling doorheen de bossen, die ons behoeden voor de warmste zonnestralen. Een maal aan de overkant van de pas gaat het vrij steil zigzag omlaag langs de westflank van de rotskam. We komen terecht op een soms wel erg smal pad, dat veelal mooi op hoogte blijft en ons na een dik uur bij de eerste huizen van het dorp La Ruchère brengt. Dit deel van het gehucht heet ‘le Grand Village’. Echt levendig is het hier niet en groot is het eigenlijk ook niet. Een gîte d‘ étape ligt wat verderop langs de weg, maar omwille van volzet, kunnen wij daar vandaag niet overnachten. De oplossing is dan maar om de hele weg terug te wandelen en een hotel in St. Pierre d’ Entremont te zoeken. We rusten even uit aan de plaatselijke fontein voor we de terugweg aanvatten om 15u15. Het is al kwart na vier en we hebben nog een flinke afdaling voor de boeg. We bereiken voor 17u de lavoir van le Château, waar we daarstraks nog gegeten hebben. Hier verlaten we de geelrode streepjes van de Tour de Chartreuse en dalen via een andere weg naar St. Pierre d’ Entremont. En 40 minuten later bereiken we het dorp en nemen onze intrek in het hotel ‘Le Relais du Grand Som’.

2.La Ruchère – St. Pierre de Chartreuse : 12 Juni 2016

Na een rustige nacht en een smakelijk ontbijt, staan we om 9u00 klaar voor het hotel, als men ons komt halen voor de rit naar La Ruchère. Een derde keer de trip St. Pierre d’ Entremont-La Ruchère zou wat teveel van het goede zijn en om 9u20 worden we netjes afgezet in le Grand Village. Er drijven wat wolken voorbij in de vallei onder ons, maar we kunnen de Pas Dinay, die we gisteren 2 maal bedwongen hebben, nog duidelijk zien in de verte. De eerste etappe voert ons door hoog struikgewas naar het gehucht le Cleyat. Onderweg stappen we weer doorheen een prachtige bloementapijt. We volgen dan een verharde weg de vallei van de Ruisseau du Bruyant in. Na enkele kilometers rustig wandelen, volgt dan het begin van de fikse klim naar de Col de Ruchère. Het gaat er bij tijden erg steil aan toe, maar we zitten nog fris. Halfweg de klim komen we voorbij een oud kapelletje, waarop staat uitgelegd dat we hier de oude pelgrimsroute volgen naar het klooster van de Chartreuse, dat hier aan de andere kant van de pas ligt. Om 10u30 bereiken we de Col (1418 m) en krijgen een mooi zicht op het vervolg van onze weg. We hebben besloten om een poging te wagen over de Petit en de Grand Som te wandelen en zo naar onze eindbestemming van de dag, St. Pierre de Chartreuse te gaan in plaats van de Tour de Chartreuse verder te volgen en bovenlangs het klooster te gaan.
Juist ten oosten van ons zien we de grijze wand van de Petit Som en rechts daarvan de couloir, een smalle doorgang waarlangs het pad ons naar de top moet voeren. Het pad zigzagt door open velden, vol van orchideeën en andere bloemen naar boven. In de vallei onder ons kunnen we de daken van de gebouwen van het grote klooster van de Chartreuse onderscheiden. Bij een splitsing laten we het pad naar de Pas du Loup rechts liggen en begeven ons naar de couloir, die een directe weg naar de top biedt. Daar is het even klauteren geblazen. Het is 11u35 en we staan op onze eerste top in de Chartreuse. Spijtig genoeg zijn er ook veel wolken en we kunnen maar nu en dan de groene grasvelden van de Col de la Ruchère onder ons onderscheiden. We blijven niet lang, maar trekken verder naar de Col de Léchaud, vanwaar een duidelijk pad ons omhoog voert naar een andere col en dan weer omlaag naar de Chalet de Bovinant. Als we dit laatste in de diepte zien liggen, houden we halt en zetten ons neer voor onze picknick.
Aan de overkant van de vallei zien we het pad de hoogte in gaan, waarlangs we naar het hoofddoel van de dag gaan wandelen, de top van de Grand Som. We dalen eerst af naar de Col de Bovinant en beginnen dan aan de klim langs het Sentier des Moutons. Na wat klimmen en klauteren, belanden we op de rotsige oostflank van de berg. We wandelen zelfs langs enkele sneeuwplekken. Hoe hoger we komen, hoe dikker het wolkendek wordt en als we tenslotte om 13u45 op de top aankomen, zien we spijtig genoeg bijna niets van de omgeving (het zicht zou prachtig zijn !!) Er zijn een 6tal andere wandelaars en samen met hen zien we toch af en toe doorheen enkele wolkenflarden de vallei in de diepte. Na 20 minuten besluiten we om af te dalen. We gaan niet via de gevaarlijke Pas de la Suiffière, maar langs le Racapé, een al even steil pad, dat ons naar de vallei moet leiden. Le Racapé is een passage doorheen een steile rotswand in de oostflank van de Grand Som. Hier en daar is die beveiligd met staaldraad en dat komt goed van pas, want op het moment dat we er afdalen, komt een regenbuitje de afdaling nog bemoeilijken.
Toch geraken we zonder kleerscheuren op de Col des Aures (1631 m), waar een zeer lange afdaling van 700 m begint door de bossen. Na bijna 2 uren dalen, komen we eindelijk in de vallei terecht ter hoogte van de Col du Cucheron. Van hier af volgen we wandelpaden, die evenwijdig lopen aan de verkeersweg tot we bij het gehucht la Coche op de D 512 terecht komen en even later in St. Pierre de Chartreuse. In het centrum drinken we eerst een pint voor we nog verder dalen tot in het gehucht la Diat, waar we om 18u10 inchecken in het Hôtel Le St. Pierre. In het hotel treffen we een Franse groep van 6 wandelaars aan, die onder begeleiding ook dit deel van de Chartreuse bezoeken. We zullen ze later nog tegenkomen.

3. St.Pierre de Chartreuse – Sarcenas : 13 Juni 2016

We gaan weer onze eigen route volgen en zoeken meteen de oever van de Guiers Mort op om die oostwaarts te volgen. We volgen een modderig, maar prachtig wandelpad langs de vrij luidruchtige bergbeek, waar de zonnestralen weerspiegelen op de kabbelende golfjes. Na iets meer dan een kilometer komen we uit op een asfaltweg, die we volgen tot bijna aan het gehucht Perquelin. We zijn nu aan het einde van de vallei van de Guiers Mort, waar die als het ware afgesloten wordt door de grote, grijze muur van de Rochers de Bellefont. Hier richten wij onze stappen zuidwaarts in de vallei van de Ruisseau de la Rajas. Tot aan de volgende col moeten we 600 m klimmen, onze eerste klim van de dag. Het feit dat het onderweg begint te regenen, maakt de klim niet gemakkelijker. De buien van de voorbije nacht hebben de paden erg modderig gemaakt en we sleuren soms wel enkele kilo’s vastgekoekte klei mee aan onze schoenen
>Na anderhalf uur komen we uit op de Col des Ayes (1538 m) aan de voet van de indrukwekkende Dent de Crolles. Hoewel een pad zichtbaar de hoogte in gaat, gaan we hem niet beklimmen. Doorheen velden en later ook wat bos bereiken we om 12u30 via een klein colletje de top van de Pravouta (1760 m). De top is helemaal niet één van de hoogste van de streek, maar ligt wel erg centraal en van hieruit zouden we een prachtig zicht hebben rondom op onder andere de Dent de Crolles, La Belledonne, de Chamechaude en de Charmant Som, maar weerom speelt het weer niet in ons voordeel, want we zitten weer in de wolken. Alleen de dichtbij gelegen Roc d’ Arguille kunnen we onderscheiden. Daarbij regent het ook nog en we besluiten al snel af te dalen.
Om 13u20 arriveren we op de Col en vinden tot onze vreugde een hokje, waar we kunnen schuilen en picknicken. Het is net opgehouden met regenen en gelukkig blijft het de rest van de dag droog. Na een half uurtje stappen we weer op en botsen even later op een probleem. De weg, die we willen volgen is afgesloten omwille van kapwerken en we worden omgeleid. Daardoor moeten we even de asfaltweg richting St. Hugues volgen voor we de GR 9 kunnen vervoegen, die we oorspronkelijk van plan waren te volgen. Maar dan staat een waarschuwing terug langs het pad : ‘Chemin barré’. We doen of onze neus bloedt. We kunnen niet anders, de omweg naar ons einddoel zou veel te lang worden (over de Col de Porte) en het is al na 14u ! Wat verder komen we inderdaad arbeiders tegen, maar die raden ons aan de rechterkant van het pad aan te houden (de vallende bomen komen van links !) en voorzichtig verder te gaan.
Anderhalve kilometer verder vinden we de GR 9 terug en die voert ons langs een stijgend pad naar de Col de la Faîta, waar we weerom door de wolken in de vallei van de Isère een mooi uitzicht missen. We hebben dan nog een fikse klim op de kam naar een top van 1491 m hoogte voor de boeg, maar dan komen we op een open grasvlakte uit waar voor ons de indrukwekkende oostflank van de Chamechaude het zicht bepaalt. Spijtig genoeg bevindt de top zich in de wolken. Om 15u45 komen we aan bij de Habert de l’ Emeindras de dessus. Een habert is een soort chalet, dat door herders gebruikt wordt om in de zomer te verblijven, wanneer ze hun vee (schapen, geiten of runderen) hoeden in de hoge alpenweiden. Op andere tijdstippen kunnen ze ook gebruikt worden als niet-bewaakte refuges door wandelaars. Hier zien we alleen wat kalveren herkauwen in het gras. We vervolgen onze weg naar de habert de l’ Ermeindras de dessous (natuurlijk), waar alleen wat ruïnes van overblijven. Langs de zuidelijke flank van de Chamechaude gaat het dan verder via verschillende paden en paadjes, waarvan er enkele zo steil en glad zijn van de modder dat we er maar met moeite over geraken.
Er lijkt geen einde te komen aan het vele op en af van de wandelwegen, tot we aan de rand van het bos een mooi zicht krijgen naar het zuiden op het dorp le Sappey-en-Chartreuse. Wat later komen we uit op de D 512 iets ten zuiden van de Col de Palaquit. Dan is het nog even asfaltlopen tot we om 18u15 aan onze eindbestemming komen, de Chateau Auberge de Sarcenas. Het is niets te vroeg, want even later krijgen we een flinke plensbui te verwerken. Gelukkig kunnen we die bewonderen van achter het raam van onze ruime kamer.

4. Sarcenas – Sarcenas : 14 Juni 2016

Vandaag zou letterlijk de hoogdag van onze zesdaagse moeten worden hier in de Chartreuse. Gepland is de bestijging van de Chamechaude. Niet alleen is dit een indrukwekkende berg, maar met zijn 2082 m is het ook de hoogste berg van de Chartreuse. In normale omstandigheden is de top vrij eenvoudig te bereiken via een gemarkeerd pad. Als we opstaan is het echter opnieuw aan het regenen. De bergtoppen zijn niet te zien door de laaghangende bewolking en de bazin van de herberg vertelt ons dat er weinig verbetering zit in het weer vandaag. Ze stelt ons een alternatieve wandeling voor. Deze volgt de flanken van de Chamechaude en we besluiten haar raad te volgen. Als in de loop van de dag het weer toch plots zou verbeteren, dan kunnen we nog een poging wagen om de top te bereiken.
Het wordt vandaag geen lange wandeldag, dus het is al 9u30 als we de auberge verlaten en in een druilerige regen vertrekken. Eerst moeten we een stuk bos door, waar vele merktekens van het pad verdwenen zijn door boswerken. Af en toe moeten we over en onder gevelde boomstammen klimmen, tot we op het pad terecht komen, dat we al van gisteren kennen. Dit volgen we enkele kilometers tot we bij Montjalat de richting inslaan van de Habert de Chamechaude. Van hier af gaat het vrij steil bergop. Het blijft ondertussen regenen. Om iets voor 12u komen we dan net aan de boomgrens uit bij de Habert. Ons plan was om hier te picknicken, want de châlet zou volgens onze herbergier nog onbewoond en open zijn. Dit is echter niet het geval. Enkele dagen geleden is een herder toegekomen, die hier de rest van de zomer gaat verblijven. Hij is de kudde geiten aan het hoeden hier met zijn collie en maakt eerst geen aanstalten om ons binnen uit te nodigen. We zien er waarschijnlijk toch zo ongelukkig uit, zodat hij ons wat later toch binnen uitnodigt. We eten samen met hem de met ons meegebrachte picknick op en babbelen wat over koetjes en kalfjes (en geiten ?!).  We willen niet teveel beslag leggen op zijn grootmoedigheid en pakken onze spullen na een half uur terug in, trekken onze schoenen terug aan (!) en zijn weer onderweg.
Verderop wordt het een mooie wandeling en we blijven op hoogte rond de zuidflank van de Chamechaude lopen. Wolkenslierten blijven rond ons heen zweven en beletten ons hier en daar het zicht op de omgeving. Toch zien we onderweg de gebouwen ter hoogte van de Col de Porte en even later komen we uit bij de Cabane de Bachasson (1610 m). We zetten ons op het bankje voor het gebouwtje en eten nog een kleinigheid , terwijl we beraadslagen over de nu te volgen weg. Hier moeten we beslissen of we naar de top van de Chamechaude willen gaan of niet. Net boven ons verbergt een dik wolkendek het bovenste deel van de berg en alsof men ons nog meer wil ontmoedigen begint het dan ook nog wat harder te regenen. Het gaat glad zijn op de rotsige ondergrond en moesten we toch de top bereiken, dan zullen we hoogstwaarschijnlijk niets kunnen zien van de omgeving buiten het kruis op de top zelf. Met spijt in het hart richten we onze stappen dan ook bergafwaarts naar de Col de Porte. Na een 40 minuten zijn we de 300 m afgedaald naar de beschaving. Op de Col stoppen we even in het plaatselijke brasserie-restaurant Cartusia, waar we een goede pint bestellen om onze ontgoocheling wat te verdrinken.
Het is nog vroeg, dus we besluiten om niet direct naar de auberge terug te keren, maar een omweg te maken langs het dorp Sarcenas zelf. We volgen even de Route du Charmant Som en slaan voorbij het Hotel les 3 Sommets een pad in dat ons doorheen een mooie beboste vallei tot in le Croz brengt, een gehucht van Sarcenas. We volgen de verharde weg en bereiken Sarcenas zelf om 16u45, waar we langs de plaatselijke mairie en het kerkje wandelen. Wat verder zien we onze herberg aan de andere kant van een grote grasvlakte en besluiten hier rechtstreeks door te steken naar ons verblijf, wel ten koste van een erg natte broek en wandelschoenen. Maar de modder die we al heel de dag meedragen is wel verdwenen. Het avondmaal is werkelijk topklasse : sla (natuurlijk), gratin, vis in papillot en crème brulée. Om het geheel af te ronden krijgen we als digestif een echte Chartreuse.

5. Col de Porte – St.Pierre de Chartreuse : 15 Juni 2016

Als we opstaan ziet het echter weer niet erg hoopvol uit. Het is bewolkt en er valt een gestage regen uit de lucht. We pakken onze spullen in en na het ontbijt brengt de eigenaar ons naar het volgende ‘point de départ’, de Col de Porte. We laten ons om 9u10 afzetten bij het Hotel les 3 Sommets en als bij toverslag stopt de regen. We volgen weer de GR de Pays du Tour de Chartreuse en die doet ons al snel de hoogte in gaan. Zoals de vorige dagen , hebben we ook nu besloten onze eigen weg te gaan : we willen eerst la Pinéa beklimmen, een niet zo hoge top van 1771 m , die zich dicht in de buurt van onze geplande route bevindt. Het is niet zo een hoge berg, maar heeft een markante, spitse top en een afgelegen ligging, zodat het uitzicht er erg mooi zou zijn. We komen al snel op een mooie crête terecht en kunnen door de bomen heen het imposante silhouet van de Chamechaude bewonderen. Wat verderop krijgen we ook een mooi uitzicht naar het zuiden over Sarcenas en de auberge, waar we deze morgen nog vertoefden. Zelfs de vele toppen van de Vercors laten zich zien doorheen de wolkenslierten.
De paden zijn soms erg modderig en dat wordt er niet beter op, als we even de GR verlaten om de top van la Pinéa te bereiken. Eenmaal uit het bos wordt het beter en krijgen we nog mooiere panorama’s voorgeschoteld. Om 10u45 komen we op de top aan . Eerst lijkt het erop dat het zicht ons weer ontnomen zal worden door de wolken, maar dan trekt het toch open en kunnen we genieten van het prachtige landschap : de Chamechaude, de vallei van Sarcenas, de markante tafelberg le Néron, zelfs een stukje van Grenoble in de vallei van de Isère en de Rocher de l’ Eglise. Spijtig genoeg waait er een flinke wind en is het vrij koud op de top, zodat we er niet te lang blijven rondhangen. Na een kwartiertje vatten we de afdaling aan en bevinden ons wat later terug op de GR de Pays, richting Charmant Som. We volgen nu de bergkam van de Montvernet en de Montfromage op een hoogte van ongeveer 1650 m en hebben regelmatig doorkijkjes naar de valleien links en rechts van ons.
De Chamechaude blijft de horizon domineren en de Dent de Crolles, die we al van dichtbij hebben kunnen bewonderen een paar dagen geleden, laat ook zijn erg herkenbare silhouet zien. Uiteindelijk belanden we op de asfaltweg bij het Oratoire d’ Orgeval. Om kwart voor één bereiken we de Châlets de Charmant Som en zijn fromagerie. Het is tijd voor onze picknick en we zetten ons binnen in de herberg, want de wind buiten is nogal hevig en koud. Een half uur later zijn we gereed voor de klim naar de top van de Charmant Som. Hier moeten we wat afwijken van de GR de Pays. Na een klim van 200 m bereiken we om 13u50 de top van de Charmant Som, met zijn 1867 m zeker niet de hoogste top van de buurt, maar eer met een prachtig uitzicht rondom. En deze keer zijn de omstandigheden eindelijk beter. We kunnen onze hele tocht volgen : we zien ten noorden van ons de Petit en de Grand Som met in de vallei ernaast de Monastère de la Grande Chartreuse. Aan de voet ligt het dorp St. Pierre de Chartreuse, waar we eergisteren nog vertrokken zijn en dat het doel is van vandaag. Erachter ligt de bescheiden top van la Scia, waar we morgenavond hopen te overnachten. In het oosten sluiten de besneeuwde toppen van de Vanoise de horizon af, terwijl ervoor de Dent de Crolles gemakkelijk te herkennen is met het dorp St. Hugues de Chartreuse in de vallei eronder. Naar het zuidoosten beheerst de Chamechaude als onbetwistbare koningin van de Chartreuse het uitzicht.
We dalen later af langs dezelfde weg tot we terug op de GR belanden. We traverseren nu de oostelijke flank van de Charmant Som, les Dalles genaamd. Het is een passage doorheen een groot rotsveld dat ons tenslotte op een klein colletje brengt, toepasselijk le Collet genaamd. Hier kunnen we de steile noordelijke flank van de berg bewonderen, en ook hier begint de eigenlijke afdaling naar St. Pierre de Chartreuse. Al snel gaat het zigzag bergafwaarts dooheen het grote Bois du Grand Logis. Niet alleen moeten we oppassen voor de glibberige modder op de paden, maar we krijgen ook nog een regenbuitje te verwerken tijdens de afdaling. Niets ergs, maar het duurt wel bijna 2 uren voor we uiteindelijk bij het gehucht Sur Chargeat terug de beschaving bereiken. We maken nog een kleine omweg langs le Grand Logis, vroeger een logeerplaats voor pelgrims naar de Chartreuse en nog een half uurtje later bereiken we dan iets voor half zes ons hotel in la Diat, hetzelfde Hotel le St. Pierre. De eigenaar van het hotel heeft medelijden met ons als hij onze schoenen en broeken ziet en stelt voor om ze in de droogruimte te plaatsen en ze tegen morgen te kuisen. Het avondmaal is weer in orde, maar het voornaamste wat we ervan onthouden is het ijs met Chartreuse likeur. Heerlijk !

6. St.Pierre de Chartreuse – La Scia : 16 Juni 2016

Vandaag wordt het een korte wandeldag. Kort, maar daarom niet minder intensief ! Toch een klim van ongeveer 850 m omhoog. We gaan er dus geen hele dag voor nodig hebben, maar de weersvoorspelling is (weer) niet zo goed, dus we beslissen om vroeg genoeg op pad te gaan, zodat we hopelijk het slechte weer voor zijn. Spijtig genoeg begint de dag als de vorige : het is aan het regenen en niet weinig ook. De Guiers Mort, die achter het hotel langs stroomt, staat erg hoog en wild. Maar ook deze keer stopt de regen weer als we om 9u30 gepakt en gezakt buiten komen. We nemen weer de korte wandelweg naar het centrum van St. Pierre de Chartreuse en gaan op zoek naar het begin van onze klim. Bij het Croix St. Claude langs de weg naar Perquelin, vinden we een richtingwijzer, die ons een half overgroeid pad in stuurt.
Het gaat al snel vrij steil omhoog en de natte ondergrond maakt het pad erg glibberig. Als het pad tenslotte even wat vlakker wordt, bevinden we ons boven op de Rochers du Mollard. Het pad is er smal en er zijn hier en daar staalkabels bevestigd aan de wand om ons wat meer zekerheid te bieden. Tussen de wolken door kunnen we nu regelmatig een blik werpen in de vallei van de Guiers Mort diep onder ons. De GR gooit ons nog wat klimwerk voor de voeten tot we tenslotte in een boomloze prairie terecht komen. De velden staan er vol met bloemen, en daar mogen enkele mooie soorten orchideeën niet bij ontbreken. We traverseren de weiden enkele keren en komen dan om 13u bij een wegwijzer uit aan de Gîte de la Scia (1650 m). Binnen zien we 2 personen zitten en die maken geen aanstalten om ons binnen uit te nodigen als we ons aanmelden (achteraf lezen we dat de gîte normaal slechts opent vanaf 18u ’s avonds), dus zetten we ons op het lege terras aan een tafel en eten daar onze picknick op.
>Na het eten, laat de eigenaar Pascal ons bij een tweede poging toch binnen in de gelagzaal, waar we onmiddellijk een pint bestellen. De kamers zijn nog niet klaar. Grote pakken wolken trekken zich ondertussen samen rond de gîte en even later breekt er een stortbui los rond het chalet. Hagel, donder en bliksem geven een half uur lang een luidruchtig concert. Daar zijn we gelukkig aan ontsnapt. We installeren ons even later in de kamer en zien vanuit het raam de wolken en de namiddag stilaan voorbij drijven. We hebben de hoop echter nog niet opgegeven om de top van de Scia – de Bec de la Scia geheten – te bereiken vandaag. Deze ligt net achter de gîte en het betekent voor ons nog een klim van 130 m. Na nog een fikse regenbui, lijkt het op het eind van de namiddag toch op te klaren en we besluiten om rond 17u toch een poging te wagen de top te bereiken. We bereiken na wat klauterwerk het hoogste punt op 1783 m. Men zou van hieruit een prachtig panorama hebben van 360° over het gehele Chartreuse gebied, maar weeral hebben we pech. De wolkenslierten worden weer dichter en als we bij de oriëntatietafel op de top om ons heen kijken, is het zicht weer erg beperkt. We kunnen soms nog net de gîte net onder ons onderscheiden. Het begint zelfs lichtjes te regenen, en we maken ons niet veel later uit de voeten, richting kamer en bad ! Voor het avondmaal om 19u zijn we moederziel alleen in de gîte. Maar de maaltijd mag er zijn ; het wordt een heerlijke kaasfondue van Beaufortin, Comte en Emmenthal.

7. La Scia – Cirque de St. Même : 17 Juni 2016

 

Vandaag krijgen we de langste wandeldag voorgeschoteld. We moeten van la Scia terug naar ons vertrekpunt van 6 dagen geleden : het Cirque de St. Même. We laten de gîte la Scia achter ons in de mist als we om iets na negen vertrekken langs dezelfde weg waarlangs we gisteren gekomen zijn. We moeten dus eerst weer een stuk omlaag naar de Collet de Maupassant, waar we via een mooi pad door het natte bos passeren op onze weg naar de volgende col, de Col de la Saulce op 1481 m hoogte. Hier bestaat de mogelijkheid om via een kortere weg naar het Cirque de St. Même terug te keren, maar we willen via het mooie Réserve Naturelle des Hauts de Chartreuse naar het eindpunt van onze 6-daagse gaan en vervolgen onze weg naar de Cabane de Bellefont (1650 m). Voor we die na een korte klim van een kleine 200m bereiken, zien we op de steenhellingen onder de Lance Sud de Malissard een troep van wel 7 berggeiten staan. Ze hebben ons al snel in de gaten, maar de afstand is groot (een 200 m) en ze verwijderen zich langzaam terwijl de bok op de uitkijk blijft staan.

We krijgen dan de Cabane in het zicht en bereiken die om 10u40. We zetten onze rugzakken even neer en bewonderen de omgeving. Met de diepe vallei van de Guiers Mort onder ons en de grashellingen, die naar de Col de Bellefont leiden achter ons. Wolkenslierten drijven onder en langs ons heen en verbergen de hoogste toppen rondom ons. Na een kwartiertje laten we de pas vernieuwde cabane achter ons en beginnen aan de klim naar boven. We hebben 250 meters te klimmen, maar het gaat rustig naar boven en het is best aangenaam wandelen als we de hut onder ons stilaan zien verdwijnen uit het zicht. Om 11u30 komen we boven op de Col de Bellefont (1902 m), waar een koude wind waait. We bewonderen de grote vlakte van de Hoge Plateaus van de Chartreuse, die zich blijkbaar eindeloos uitstrekken noordwaarts.

Het is even zoeken naar het vervolg van de route, dat door een sneeuwplek verborgen is, maar dan dalen we snel af naar de Vallon de Marcieu. Links van ons vormt de Crête des Lances de Malissard de westelijke grens van dit plateau, terwijl rechts van ons de wolken uit de vallei van de Isère door de Crête de l’ Alpette worden tegengehouden. Onder de rotswand van de eerste crête door dalen we verder af in de vallei, die hier en daar bezaaid is met huizenhoge rotsblokken. Na 220 m gedaald te zijn, komen we uit bij de chalet de l’ Aulp du Seuil op de gelijknamige alpage (weiland). Het natuurreservaat is privé bezit en we worden gevraagd op de paden te blijven. Bij de chalet zoeken we een plaatsje uit de wind om onze picknick op te eten. Vanaf deze plaats vertrekt een pad naar een knik in de oostelijke kam, de Passage de l’ Aulp du Seuil. Het bevindt zich geen 200 m hoger dan waar we ons nu bevinden en we besluiten van er even langs te gaan om een blik te werpen in de achterliggende vallei van de Isère. Na een klein half uur zijn we er en zien we over de vallei aan de horizon de besneeuwde toppen van de Vanoise. In de diepte onder ons zien we tussen de wolken door de groene akkers, de donkergroene bossen en het dorp Le Touvet.

Het wordt verder een rustige wandeling, waarbij we langzaam aan hoogte verliezen en ondertussen terug tussen de bomen belanden. Spijtig genoeg zorgen kleine buitjes ervoor dat we nu en dan onze regenjassen moeten aan doen, om ze even later terug uit te doen. We komen terecht in een rotsveld met heel wat flinke spleten, waartussen we moeten laveren. Ondertussen is de lucht boven ons zich stilaan beginnen vullen met donkere wolken, maar we komen rond 16u00 nog droog aan bij de Cabane de l’ Alpettaz (1554 m). Er woont op het moment een herder met zijn collie en we maken een praatje, voordat we verder dalwaarts vertrekken.

We laten de alpenweiden achter ons en beginnen aan de lange afdaling naar de vallei van de Guiers Vif. Bijna 700 m moeten we omlaag en dat doen we via een lange boog langs St. Même d’ en Haut. Tijdens de afdaling hebben we soms mooie doorkijkjes in de vallei onder ons en op onze eindbestemming. Soms zijn er erg steile stukken bij en soms lopen we weer even op hoogte, maar uiteindelijk kunnen we de laatste afdaling aanvatten naar St. Même d’ En Haut, waar ondertussen de zon weer volop schijnt. We bereiken de asfaltweg om 18u00 en wandelen dan rustig onze laatste kilometer terug naar het Châlet, waar we van een lekkere pint kunnen genieten op het zonnige terras en zo onze wandelweek op gepaste wijze kunnen afsluiten.

Scroll naar boven