16. Huttentocht Stelvio Nationaal Park
Proloog : Zondag 27 Augustus 2023
1 Zufallhütte – Martellerhütte : Maandag 28 Augustus 2023
2. Martellerhütte – Rifugio Guido Larcher al Cevedale: Dinsdag 29 Augustus 2023
3. Rifugio Guido Larcheral Cevedale – Rifugio Silvio Dorigoni : Woensdag 30 Augustus 2023
4. Rifugio Silvio Dorigoni – Rifugio Stella Alpina al Lago Corvo : Donderdag 31 Augustus 2023
5.Rifugio Stella Alpina al Lago Corvo – Rifugio Silvio Dorigoni : Vrijdag 1 September 2023
6. Rifugio Silvio Dorigoni – Alpengasthof Schönblick : Zaterdag 2 September 2023
Proloog : Zondag 27 Augustus
Ik heb me samen met 7 andere wandelaars ingeschreven voor een begeleide huttentocht door de bergen van Zuid-Tirol. 2 begeleiders van de BVKB (Bergsportvereniging Klein-Brabant), Lus en Fons, zullen ons door het Parco Nazionale dello Stelvio gidsen. De vorige week heeft men temperaturen van rond de 30 °C gemeten in de valleien, maar als we aankomen zondagnamiddag rond 17u moeten we al onmiddellijk onze regenkledij bovenhalen. Onze autorit die dag doorheen Zuid-Duitsland en Oostenrijk liet ons al het ergste vermoeden. In de Alpenlanden is er stormweer en zware regenval voorspeld met aardverschuivingen en modderstromen. Tot 200 liter water per vierkante meter wordt er verwacht en de temperatuur is er met meer dan 20 graden gezakt.
Gelukkig is het niet zo erg in het Val Martello, waar we afgesproken hebben bij het Alpengasthof Schönblick (2055 m). Het regent wel wat, maar dat verhindert ons niet om de rugzakken om te gorden en de korte tocht naar de eerste hut, de Zufallhütte of rifugio Nino Corsi op 2265 m aan te vatten. Al snel laten we het asfalt achter ons en vervolgen we de beklimming op onverharde wegen. De Madritschbach is al een schuimende waterloop geworden, maar zonder
problemen bereiken we de hut om 18u. In de Plimaschlucht zien we dat de waterval heel wat debiet te verwerken krijgt. We brengen een kort bezoek aan het pittoreske kapelletje (een gedenkteken voor de soldaten die hier in de Eerste Wereldoorlog gevochten hebben), en treden dan de hut binnen, waar we al onmiddellijk getrakteerd worden op een Schnaps (en Kinderschnaps voor de niet-alcoholdrinkers). Een goed begin van deze tocht !
We zijn net op tijd voor het avondeten en krijgen twee kamers voor vijf personen. Twintig mensen hebben afgebeld vanwege het weer ! Na het avondmaal, begeven we ons naar de ons toegewezen kamers en installeren ons voor de nacht. Zoals in alle hutten heerst hier Hüttenruhe vanaf 22u en we laten ons in slaap wiegen door het gestage gedruppel van de regen op het dak van de rifugio.
1. Zufallhütte - Martellerhütte : Maandag 28 Augustus 2023
Tijdens het ontbijt om 7u30 merken we dat het nog steeds regent. De planning was dat we van hieruit vandaag naar het bovenste deel van de vallei zouden wandelen en via de Fürkelescharte (Passo Forcola) zouden oversteken naar het zuidelijker gelegen Val Venezia. Het aanhoudende regenweer maakt deze tocht quasi onmogelijk en er wordt besloten om – als het wat minder zal regenen – verder te gaan naar de Martellerhütte (rifugio Martello). Die hut kunnen we van hieruit al zien liggen, dus een lange wandeldag zal het niet worden, als we om 11u van een droge periode gebruik maken om te vertrekken.
De beken die het water van de bergen afvoeren zijn ondertussen nog wat breder en woester geworden. Langs een kleine waterval en over een brede houten brug komen we hogerop in de vallei, waar we de overblijfselen van een oude dijk aantreffen, die nu gerestaureerd wordt. De dijk werd oorspronkelijk hier gebouwd om wateroverlast lager in de vallei te voorkomen. Ik weet niet of het nu gerestaureerd wordt met hetzelfde doel voor ogen of voor zijn historische betekenis. In ieder geval worden we er in een grote boog rond geleid doorheen drassig grasland. Verderop dwingt de beek, die hier en daar uit zijn oevers getreden is, ons over wat rotsen te klimmen tot we tenslotte de klim naar de hut aanvatten. We beginnen ook meer zicht te krijgen op het bovenste deel van de vallei met zijn gletsjers, waar we normaal gezien morgen mee gaan kennis maken. De mooie, witte spits van de Königspitze of Gran Zebru (3851 m) steekt zijn top boven het omliggende landschap uit. Uit de vallei onder ons beginnen wolken op te stijgen, maar ze belemmeren ons het uitzicht niet nu we al een stuk hoger zijn geklommen. Om 12u30 zijn we een kleine 400 m geklommen en komen we aan bij de Martellerhütte (2610 m). We hebben blijkbaar het juiste moment van de dag gekozen en zijn droog aangekomen.
Men heeft de kachel aangestoken en een kom minestronesoep als lunch warmt ons verder op. Omdat het droog blijft stelt één van de gidsen voor om zonder rugzak nog een korte wandeling te maken in de buurt. Om 14u30 trekken we omhoog richting Vordere Rotspitze. Zonder rugzak maken we goede vorderingen tot we op een hoogte van 2740 m komen. Het begint dan wat te hagelen en iets later wordt ons zicht beperkt door opkomende wolken. We besluiten om terug te keren en iets later openen de hemelsluizen zich en kunnen we niet meer ontsnappen aan een nat pak. We zijn snel terug bij de hut, maar zijn toch verplicht wat drogere kledij aan te trekken. We zijn de enige gasten in de hut en krijgen drie kamers, zodat iedereen comfortabel kan slapen. Zo wordt het een rustige avond, terwijl het buiten blijft regenen en, zoals we morgen zullen zien, sneeuwen !
2. Martellerhütte - Rifugio Guido Larcher al Cevedale : Dinsdag 29 Augustus 2023
Enkelen van ons hadden het ’s nachts al gemerkt, maar voor de anderen is het toch een verrassing als we ’s morgens wakker worden en buiten een winterlandschap ontwaren. Op de tafels buiten ligt een deken van 15 cm sneeuw en we kunnen veronderstellen dat het hogerop nog meer is. De groenbruine vallei van gisteren is bedekt met een wit deken. De Zufallhütte en de lager gelegen Val Martello zijn nog groen, dus de sneeuwgrens moet rond de 2500 m liggen, net onder ons ! Tijdens het ontbijt wordt in overleg met de huttenwaard besproken wat de mogelijkheden zijn voor vandaag. En er wordt beslist de tocht naar het Val Venezia toch aan te vatten, ondanks de vers gevallen sneeuw.
Om iets voor negen staan we dan ook klaar om onze tocht te hervatten. Het is vrij koud natuurlijk, dus mutsen en handschoenen zijn boven gehaald en de wandelstokken zullen, zeker hogerop, noodzakelijk zijn. Langs het kleine Untere Konzenlacke vertrekken we richting Fürkeleferner (Vedretta della Forcola). Het pad is door de versgevallen sneeuw moeilijk te volgen, maar Fons kan het terrein goed lezen en brengt ons over rotsen en plots wat meer gezwollen beekjes veilig hogerop (hij had het samen met Lus en Greta enkele dagen voordien ook al gewandeld zonder de sneeuw). De oorspronkelijke route over een groot stuk van de gletsjer is recent verlegd over een morene (puin, meestal bestaande uit rotsen, afgezet door gletsjers), waarover we een 150 m hoger op de ijsvlakte kunnen geraken. Er moet regelmatig geklauterd worden over met sneeuw bedekte rotsen en door min of meer smalle geulen tot we om half een het einde van de morene bereiken.
Om verder naar het hoogste punt, de Passo Forcola te gaan, moeten we een paar honderd meter over de gletsjer zelf gaan en hiervoor moeten we onze stijgijzers aandoen. Voor enkelen onder ons is dat de eerste keer, dus er wordt goed nagekeken of alles wel goed vastgemaakt is. En dan gaat het in ganzenpas de gletsjer over. Voor ons zien we boven op een nogal steile wand de paal in een knik op de kam, dat de Fürkelescharte (Passo Forcola) aangeeft. Aan de andere kant van de gletsjer houden we de stijgijzers aan, omdat de klim naar de pas nogal steil is en er een flinke laag sneeuw ligt. Zo hebben we toch wat meer grip op de helling. En dat is nodig. Goed dat Fons vooraan grote treden in de sneeuw maakt, zodat de rest van het gezelschap in zijn sporen kan volgen. Om kwart na een staan we op de Fürkelescharte (3032 m), het hoogste punt van vandaag. We hebben hier een mooi zicht rondom ons op de witte hellingen van de Zufallspitze (Cevedale, 3769 m) en de Königspitze (Gran Zebru, 3851 m), maar een blik op de hoogste berg in de omgeving, de Ortler (Ortles, 3905 m) wordt ons ontzegd door de lage bewolking.
Ook de bergflanken ten zuiden van ons hebben een flinke laag sneeuw gekregen deze nacht, maar de sneeuwgrens lijkt hier toch wat hoger te liggen. Op de Scharte zelf en zeker de eerste meters tijdens de afdaling zakken we soms nog tot bijna onze knieën weg in het witte poeder, maar dank zij de wandelstokken en de stijgijzers blijven we allemaal toch overeind. De roodwitte merktekens op de rotsen die ons de weg moeten wijzen, zijn soms moeilijk en soms niet eens te vinden en we moeten dan ook goed uit onze doppen kijken om de juiste weg te vinden. Het is dan ook begrijpelijk dat we even de weg kwijt zijn, voor we na wat zoeken tenslotte toch het juiste pad vinden en wat later ook de hut in zicht krijgen. Op ongeveer 2800 m hoogte zien we op de flank van de vallei onder ons de Rifugio Guido Larcher liggen. Het is al kwart na drie en gezien de meeste sneeuw achter ons ligt, wordt besloten de stijgijzers af te doen.
Ieder gaat van hier verder op eigen tempo naar het einddoel over het spoor dat nu goed zichtbaar is. Na nog een zigzag afdaling tussen de rotsen, wordt het pad stilaan platter en de eersten bereiken iets na vier uur de hut op 2607 m hoogte. De ligging ervan in de vallei tegenover de Mare gletsjer en omgeven door de toppen van de drieduizenders Cevedale, Zufall, Palon de la Mare en Monte Viòz is prachtig. Aan de tafel met een drank binnen handbereik, worden eerst nog wat ervaringen uitgewisseld over de voorbije wandeling en het algemeen gevoel is dat het een prachtige tocht was door dit onverwachte winterse landschap. We merken ook dat enkelen onder ons ondanks het gebrek aan zon toch wat roder zijn geworden in het aangezicht. Dat zal ons leren om wat meer zonnecrème te gebruiken ! We krijgen een kamer van 10 personen toegewezen en na een min of meer warme douche en een deugddoend avondmaal is het om 22u alweer Huttenruhe
3. Rifugio Guido Larcher al Cevedale - Rifugio Silvio Dorigoni : Woensdag 30 Augustus 2023
De dag begint iets veelbelovender dan de vorige ! Geen regen of sneeuw, maar wel veel wolken. We staan om iets voor half negen vertrekkensklaar voor de hut. De bedoeling is om vandaag via de Bocchetta di Lago Lungo 3149m, over morenen naar de Careser gletsjer te gaan. Deze weg wordt niet meer onderhouden en is dus niet meer veilig. Het alternatief is om een omweg te doen via het Lago del Careser, een stuwmeer op 2603 m hoogte. Dat betekent dat we na een korte klim naar een col op 2700 m, verder licht bergafwaarts en dan op hoogte kunnen verder wandelen. Zo kunnen we het mooie landschap rondom ons gemakkelijk bewonderen en zelfs een paar minuten een troep steenbokken observeren, die wat lager over de rotsblokken springen.
We wandelen langs enkele meren (Lago Lungo en Lago Nero) voor we om kwart na tien bij het grote stuwmeer belanden. Een 58 meter hoge dam werd hier in 1931 gebouwd om het smeltwater van de Careser gletsjer te gebruiken om hydro-elektriciteit te produceren. Het blauwgroene water van het meer is mooi, maar er is nog teveel wind om de grijswitte toppen van de Cavaion (3140 m) en de Cima Pontevecchio (3179 m) erin te zien weerspiegelen. Eerst moeten we over wat rotsen klauteren, maar dan wordt het een mooie wandeling rond de oever van het meer. Na een korte rustpauze gaat het verder omhoog en we laten het groene gras rond het meer achter ons en wisselen het voor de bruingrijze rotsmassa’s hogerop in de vallei van de Rio Careser.
Na een picknickstop volgt weerom een korte klim tussen rotsen en over rotsplaten tot we in een vallei komen waar zich een langwerpig meer gevormd heeft van het smeltwater van de gletsjer. Via een besneeuwd houten bruggetje steken we de Rio Careser over en dan wacht ons een klim tussen rotsblokken door naar de volgende pas. Op bijna 3000 m hoogte komen we op een pas, waarvandaan we de grote, witte massa van de Vedretta Careser (Caresergletsjer) kunnen zien. En dan is het aan Fons om tussen het snel stromende gletsjerwater en het overhangende onderste deel van de sneeuwvlakte een toegang te vinden naar de gletsjer zelf. Het is even zoeken, maar via enkele stenen in het water vind hij toch een weg om op de witte ijsmassa te geraken.
Met de verse sneeuw is het wellicht niet nodig om de stijgijzers te gebruiken, maar Lus en Fons beslissen van wel en na de nodige voorbereiding beginnen we aan de oversteek naar de Bocca di Saent Sud. Er zijn hier geen grote gletsjerspleten te zien, maar toch is het oppassen om niet in smalle geulen van gesmolten sneeuw te stappen en een verstuiking of erger op te lopen. Na een kleine kilometer op het ijs (dat nog hier en daar met een sneeuwlaag bedekt is), staan we 45 minuten later onderaan onze laatste klim. We houden de stijgijzers nog even aan om de redelijk steile helling van enkele tientallen meters hoogte te beklimmen. En dan staan we allen om 15u in de namiddag op het hoogste punt van onze trektocht, de Bocca di Saent Sud 3121 m. We hebben een mooi zicht over de gletsjer die we juist overgestoken zijn, maar de Val di Rabbi, waar we nu naar toe gaan en de hoogste toppen rondom ons, zijn verdwenen in de wolken.
We nemen even de tijd om onze stijgijzers uit te doen en wat te drinken, maar al snel trekken we verder naar onze eindbestemming. We komen terecht op de oostkam van de Cima Mezzena (3160 m), en volgen die bergafwaarts. Dit gaat vlot tot we aan een steile afdaling beginnen doorheen glibberig gruis en soms min of meer hoge rotsen. Onze aandacht wordt wat afgeleid door het zicht op enkele smaragdgroene meertjes in de diepte, maar we moeten vooral op onszelf letten. Zelfs met wandelstokken gaat het soms moeizaam. Maar uiteindelijk vlakt het pad toch wat af en na een lange afdaling (700 m hoogteverschil) komen we aan bij de Rabbi in de Alta Val Saent. We steken de beek over en bereiken om 17u45 de Rifugio Silvio Dorigoni op 2437 m hoogte. Het is een lange en weer uitdagende wandeldag geweest.
We worden hartelijk verwelkomd door de familie Iachelini (Cecilia en Lorenzo) met een gratis consumptie. De hut is de voorbije jaren klimaatvriendelijk gemaakt, alles gebeurt elektrisch door een waterkrachtcentrale op de Rabbi stroom en er werd een waterfilter geïnstalleerd. Het is voorlopig ook de enige hut met wifi. Het is er vrij druk. We slapen in twee aanpalende kamers met een mezzanine, iemand moet zich opofferen om de ladder te nemen.
4. Rifugio Silvio Dorigoni - Rifugio Stella Alpina al Lago Corvo : Donderdag 31 Augustus 2023
Als we opstaan zien we door het raam een helderblauwe lucht en de toppen van de hoogste bergen baden al in het zonlicht. Na het uitgebreide ontbijtbuffet (de refuges zijn bijna echte hotels geworden de laatste jaren), en nadat we onze rugzakken weerom ingepakt hebben, vertrekken we langs de klimrots naast de hut en kiezen we het hoger gelegen pad langs de noordelijke dalwand. Oospronkelijk was gepland om hier een extra dag te blijven en een poging te doen om de Cima Sternai of Hinterer Eggenspitz (3443 m) te beklimmen, maar door de recente sneeuwval blijkt de beklimming te moeilijk om te doen met de groep. We zijn trouwens door het slechte weer een dag achter op ons schema en gaan vandaag dus verder naar de volgende hut. Eerst moeten we nog een drassig gebied oversteken. Het is het uitstroomgebied van het hogergelegen Lago Sternai, één van de vele meertjes, die het hoger gelegen deel van deze vallei versieren.
Stilaan stijgt het pad en we krijgen steeds mooiere panorama’s te zien van de bergketen, waarover we gisteren in deze vallei zijn gekomen. Zoals gewoonlijk zijn er enkele steilere stukjes bij, waar we even over de rotsen moeten klauteren, maar over het algemeen is het een aangenaam pad. We hebben wat tijd om de plaatselijke flora te bewonderen, zoals de Blauwe Monnikskap. Met zijn donkerblauwe bloemen valt hij erg goed op. En dat is goed, want het is een erg giftige plant en zelfs aanraken is niet gewenst. Minder gemakkelijk te vinden is de Groene Nachtorchis. Enkele exemplaren staan hier langs het pad. Ze zijn slechts een 10 cm hoog en vrij onopvallend van kleur (hun bloeitijd is voorbij), maar ze kunnen tot hoogtes van 2900 m te vinden zijn.
Na meer dan 2 uren wandelen en een laatste steile klim staan we om iets na half twaalf op het Schwärzer Joch of Giogo Nero (2833 m). We krijgen een mooi zicht op de vallei aan de andere kant van de pas met zijn vele meertjes. We gaan er morgen beter mee kennis maken. Een koude wind waait hier echter over de pas en na 10 minuten hervatten we al onze tocht. Het kruis op de top van de Cima Collecchio wenkt ons en na een korte klim staan we om 20 na 12 op 2957 m hoogte bij het kruis. Een Duits koppel komt er samen met ons aan. Een goede gelegenheid om van elkaar enkele foto’s te nemen ! Het Gipfelboek wordt ingevuld en dan beginnen we aan de afdaling. Over de kam tussen de Cima Collechio en de Monte Lago Corvo maken we een grote bocht en komen zo op de noordflank van die laatste berg terecht, vanwaar we een mooi zicht hebben op de donkere, steile zuidflank van de eerste.
Na een uurtje vinden we een mooi vlak stuk waar we onze picknick kunnen nuttigen. Het zicht van hieruit is wat groener en lieflijker dan dat van de vorige dagen, toen we wat hoger zaten (er is ook meer zon). En in de diepte kunnen we nog net de volgende hut onderscheiden. De verdere afdaling langs de Kirchbergsee (Lago di Montechiesa) en het nog lager gelegen Lago Corvo verloopt voorspoedig en om 15u staan we allen op het terras van de rifugio Stella Alpina of Haselgruberhütte 2425 m boven in de Valle di Montechiesa. Lus wil ons aanmelden maar wordt verzocht nog wat te wachten, want het personeel van de hut neemt een middagpauze (!). Er is niet veel volk in de hut en we genieten dan ook van een weliswaar koude, maar rustige avond. Dat wil zeggen, behalve het clubje van 4 kaarters, die tot 22u voluit voor de winst gaan !
5. Rifugio Stella Alpina al Lago Corvo - Rifugio Silvio Dorigoni : Vrijdag 1 September 2023
Bij het opstaan hebben we een prachtig zicht op de laaghangende bewolking boven de vallei van de Rabbi ten zuiden van ons. Op het plan stond dat we vandaag naar de Rifugio Canziani (2560m) zouden gaan. Daar onze begeleiders vorige week, bij de verkenning, merkten dat terugkeren van Canziani naar het dal Martell via de Passo Soi veel te lang is, en via het Zufrittjoch veel te gevaarlijk, wordt deze optie geschrapt. Er werd besloten om via een deels andere weg dan gisteren terug te keren naar de Rifugio Dorigoni. Michel, één van onze medewandelaars, wil een dag alleen stappen en heeft besloten de volgende 2 dagen in één trip te voltooien en zo een dag vroeger naar huis te vertrekken. Toen waren we nog met negen !
We dalen dus niet af in de Valle di Montechiesa (dat we onder de wolken niet kunnen zien), maar beginnen onze tocht noordwaarts richting Kirchbergjoch (Giogo di Montechiesa) 2789m. Na een kort, wat vlakker begin moeten we snel de hoogte in. Maar zonder problemen komen we uiteindelijk een anderhalf uur na ons vertrek aan op het joch. De vallei die voor onze ogen tevoorschijn komt, hebben we gisteren al aanschouwt vanop het Schwärzer Joch, maar deze keer kunnen we ook de refuge zien die we niet zullen aandoen. Naast de stuwdam, die het Lago Verde stuwmeer vormt, zien we in de verte de gebouwen van de Rifugio Canziani . Daar gaan we dus uiteindelijk niet naar toe, maar de afdaling naar de vallei verloopt wel over hetzelfde pad. We moeten voorzichtig zijn bij enkele passages met veel gruis, maar we komen veilig onderaan uit bij het Lago Lungo of Langsee op 2376 m, één van de vele mooie, groenblauw gekleurde meertjes hier in de vallei.
We houden hier even halt (er is zelfs een bankje), voor we aan de flinke klim van bijna 500 m beginnen naar het Schwärzer Joch of Giogo Nero (2833 m), waar we gisteren nog stonden. Kleine wolkjes drijven naar het hogere deel van de vallei, maar de zon blijft van de partij en we hebben een mooi zicht op de omgeving. Eerst gaat het langzaam omhoog, maar dan begint het pad te zigzaggen en nadat we het Lago Nero of Schwarzer Plodersee (2550 m) gepasseerd zijn, zoeken we op 2700 m hoogte een plaats uit om te lunchen. In het zonnetje met een prachtig panorama voor ons, smaakt alles eens zo goed ! Af en toe komen we nog wandelaars tegen, zelfs enkele honden hebben de klim al gedaan en keren dalwaarts met hun baas. Om 20 voor 2 staan we dan terug op de pas, maar lang blijven we er niet. Er staat weer een flinke wind en we zijn verplicht om wat meer kledij aan te doen. Overdrijvende wolken beletten ons het zicht en er wordt besloten van niet te lang te blijven.
We doen nu de lange afdaling naar de rifugio in de omgekeerde richting van gisteren. Het is nog een heel eind gaan en het komt erop aan de krachten te doseren. Steile en minder steile stukken wisselen zich af en het is maar goed dat we gisteren zo een mooi zicht hadden op de vallei, want nu bedekt een lage bewolking de hoogste toppen. De hut komt al snel in zicht , maar de afdaling neemt toch meer dan 2 uur in beslag. Het laatste deel is terug wat vlakker en na een laatste klim staan we om iets na vieren terug bij de rifugio Silvio Dorigoni, waar ons weer een aangename ontvangst wacht.
Het is er minder druk dan twee dagen geleden en voor het avondmaal is er nog tijd voor onze groep fervente kaarters om een potje te spelen. Het avondmenu werd speciaal voor onze groep gekozen. Als voorgerecht spinazie Knödel, een balletje van deeg met wilde spinazie en binnenin streekkaas. Die zijn zo lekker dat verschillende tochtgenoten er drie van nemen ! Dan volgen quiche of varkensfilet met gebakken aardappelen (in de elektrische oven zonder vetstof) en sla uit de moestuin. Als dessert moelleux of yoghurt met bosvruchten. ’s Avonds krijgen onze begeleiders nog een cadeautje van de groep : Lus een fles (speciale) Grappa en Fons een T-shirt van de rifugio Dorigoni. We krijgen dezelfde kamer als eergisteren (de kamers hebben de namen gekregen van de zeven dwergen van Sneeuwwitje; de onze heet Dottor), maar deze nacht slaapt er niemand op de mezzanine !
6. Rifugio Silvio Dorigoni - Alpengasthof Schönblick : Zaterdag 2 September 2023
Om 8u45 hebben we uitgebreid afscheid genomen van de familie Iachellini en stappen langs de torrente di Rabbi naar het hogere deel van de vallei. De zon is weer van de partij en op de hoogste toppen is er weer wat meer sneeuw verdwenen. Na een eerste stuk door min of meer drassig grasland, belanden we meer en meer tussen de rotsen. De marmotten laten zich voor één keer niet alleen horen, maar we kunnen er ook enkele zien. Hogerop komt er zoals gewoonlijk wat klauterwerk aan te pas en soms worden de rotsrichels waarover we verder moeten wel erg smal, maar Fons vindt steeds weer de goede weg en terwijl we elkaar zo goed als kan helpen, winnen we gestaag aan hoogtemeters.
Om half twaalf komen we tenslotte op de smalle bergpas, het Sallentjoch of de Passo Saent op 2965m. De laatste klim van onze tocht is achter de rug. Nu volgt nog een afdaling van 900 m ! Even een paar foto’s nemen en we zijn weer weg. Aan de noordkant van de pas is de helling bijna volledig gevuld met roestbruine rotsblokken. Voorzichtig zoeken we onze weg doorheen dit maanlandschap . Hier en daar zien we nog een meertje, dat de omgeving een beetje meer kleur geeft. Bij één ervan zetten we ons nog even neer om onze laatste boterhammen te eten. We hebben al een tijd de bergtoppen aan de overkant van de Martell vallei in zicht. Wat later komt ook de Königspitze in beeld, maar we zijn toch opgelucht als eindelijk om iets na half twee ook het blauwe water van de Zufrittsee tevoorschijn komt.
Maar de afdaling is nog lang niet gedaan. We komen nog een Duits koppel tegen dat de klim naar het Sallentjoch voor bekeken houdt en besluit om terug naar de vallei te gaan. Als we tenslotte op minder steil terrein terecht komen, horen we ook de bellen van de plaatselijke kudde schapen. Nadat we een deels gebroken brug zijn overgestoken, komen we tussen de dennenbomen terecht en dan wordt het een aangename wandeling doorheen bossen en tussen weiden, waar de schapen staan te grazen met af en toe mooie zichten over de Martell vallei. Uiteindelijk komen we om iets voor half vijf aan bij één van de toeristische trekpleisters van de vallei : het ‘Erlebnispunkt Kelle in der Klamm’. Het is een stalen constructie die ver in de hier vrij diepe kloof van de Plima beek reikt. Je kan van daarop het geweld waarmee het water hier door de kloof stroomt ervaren. Er zijn nog een paar andere Erlebnispunkte hogerop in de vallei, maar hier houden we het voor bekeken.
Via enkele parkings en een asfaltweg dalen we in de namiddagzon verder af naar het hotel, waar we 6 dagen geleden begeleid door een malse regenbui onze tocht begonnen. De cirkel is rond ! We wandelen de oprit van het Alpengasthof Schönblick op om kwart voor vijf. De rugzakken worden voor de laatste keer afgedaan. Twee van onze tochtgenoten rijden direct door, zij moeten de Stelvio pas nog over en gaan nog een tweede tocht doen in de Adamellogroep. De rest van de groep drinkt samen op het terras nog iets en een volgend drietal vertrekt om iets lager in de vallei te overnachten. We blijven nog met 4 over om de nacht hier door te brengen en morgen keren wij dan ook huiswaarts. Het was een mooie week, een fijne groep en alles is – ondanks het mindere weer de eerste dagen – veilig verlopen !