GR5A Noord Vlaanderen

GR5A : Noord-Vlaanderen


 

12. Oostende – Meetkerke : 15 Oktober 2005 : (30,1 km)

Havengeul Oostende

We beginnen aan het eerste deel van onze dagtocht en dat is niet echt het mooiste. We moeten eerst doorheen de haven van Oostende en een soort industriegebied. De GR loopt nu eigenlijk verder langs de Geul. Vanop de kade hebben we een mooi zicht op enkele grote ferryboten en de stad met de dubbele toren van de 72 meter hoge Sint Petrus en Pauluskerk. De dijk brengt ons langs enkele oude bunkers en wat verder langs een jachthaventje en dan missen we bijna het kleine pad tussen de duinen door richting Fort Napoleon.

Fort Napoleon

We moeten hier even de kust verlaten en worden het binnenland ingeleid, waar we over verharde paden tussen de duinen door verder moeten. We hadden hier wel zoiets verwacht, want Bredene, waarvan we de gebouwen rechts van ons zien liggen, is bekend om zijn naaktstrand en daar gaat men ons niet zomaar door laten struinen. Op een bord zien we dat we bij de ingangsweg naar het naaktstrand zijn uitgekomen. In onze 4 landstalen én het Engels staat aangegeven dat dit strand slechts gebruikt wordt door aanhangers van de Frei Körper Kultur. Aan onze kust is er ook zoveel te doen. Links het naaktstrand, voor ons een (niet voor het publiek toegankelijk) natuurgebied (De Paelsteenpanne) en rechts de bebouwing. Na enkele honderden meters stuurt een klein paadje ons terug richting zee. Links van ons bevindt zich de manshoge prikkeldraadafsluiting van het reservaat en rechts van ons het duingebied met zijn struikgewas. De GR tekens  leiden ons nu voorgoed weg van de Belgische kust. Iets verder laat de GR 5A ons gelukkig het bos in gaan. Jawel, aan onze drukke Belgische kust is er nog plaats voor wat bos en de GR voert er ons in het lang en breed door. Het duinenbos van Klemskerke is misschien nog geen honderd meter breed, maar zorgt er wel voor dat we bijna een kilometer kunnen genieten van zijn welkome lommer. Om 12u15 zetten we ons neer op het terras van “Les Brasseurs”.

Nadat we even verder een watertoren voorbij gegaan zijn, stappen we de duinbossen van Vlissegem in. Als we in het oog krijgen dat we bijna het bos zullen uitgaan en de weidse Vlaamse polders gaan intrekken, besluiten we te picknicken, terwijl we nog beschermd worden tegen de wind door de bomen. Daarna gaat het rechtdoor, linea recta het Vlaamse vlakke land in. Over verharde wegen doorkruisen we het schijnbaar eindeloze vlakke land, waarin niet echt veel variatie zit. Omgeploegde velden, weiden vol grazende melkvee, hier en daar een grote boerderij en daartussen nu en dan een nog ouder ex-boerderijtje, dat nu opgeknapt is en als permanente woonst of buitenverblijf dient. Gelukkig is er ook nog een beetje groen in de vorm van al of niet gesnoeide knotwilgen en hier en daar wat verwilderde slee- en meidoornstruiken. We passeren regelmatig grote hoeven, zoals het Groot Middelhof, het Klein Middelhof, de Grote Schamelweke, enz. We blijven weer op asfalt en hoewel alles hier plat en groen is, is er langs de weg toch nog plaats voor wat bomen en bloemen. Ten slotte komen we bij een eigenaardig kapelletje, dat midden op een kruispunt staat.

Om 16u55 bereiken we de Onze Lieve Vrouwkerk van Meetkerke. We hebben de 30 kilometers in een uur minder afgelegd dan gepland. Het is een goed gevulde dag geweest, een mooie dag om afscheid te nemen van onze kust. Nu trekken we terug verder het binnenland in richting Antwerpen, ons begin- en eindpunt van de GR 5A.

 

13. Meetkerke – Brugge : 6 Maart 2005 : 25,5km

Poldermolen in Meetkerke in 2005

Om een paar minuten na 9 zijn we onderweg langs een brede gracht, de Blankenbergse Vaart. De wegen en paden liggen nog onder een tiental centimeters sneeuw en de koude nacht heeft heel de witte vacht nog wat doen aanvriezen. We bevinden ons nu in het beschermde landschap van de Lage Moere. Nu is het gebied beschermd en even verder ligt er zelfs een natuurreservaat, ‘De Eendenkooi’, waar veel watervogels broeden. Een tiental minuten na ons vertrek uit Meetkerke komen we uit bij een klein kapelletje bij een brug (op de kaart passend aangeduid als Kapellebrug). We passeren wat verderop de overblijfselen van een stenen Poldermolen uit 1811. Dit was vroeger een windmolen, die ongeveer een eeuw lang (tot in 1903) het water uit de Lage Moere tot in de Blankenbergse Vaart gepompt heeft.

Om 10u20 komen we bij een brug over een kanaal, de Nieuwwegebrug over het Kanaal Gent-Oostende. En het is hier een drukte van belang : op het water wordt er intensief geroeid; er komen skiffs voorbij, maar ook vierzitters en zelfs een achtzitter. Links van ons merken we in de besneeuwde velden een raar bouwsel op. Het lijkt op een soort van springschans in dit winters landschap, maar al snel hebben we door dat het een brug is … waar geen weg naar toe leidt ! Hoe mooi het ook is .. toch begint zo een lange, rechte weg langs een kanaal al snel te vervelen, en ik vind het dan ook niet al te erg, dat we even later het jaagpad verlaten. Iets verder zien we nog een ‘bridge to nowhere’ over het spoor liggen. We zijn beland op het grondgebied van Varsenare. In de verte zien we de spits van de plaatselijke kerktoren en stiekem hopen we daar, zoals in elk echt Vlaams dorp dat zichzelf respecteert, een cafétje aan te treffen voor onze picknick; het is immers ook al 11u30 geworden ! Om 11u50 arriveren we bij de kerk en vinden daar inderdaad een kroeg: ‘Het Oud Gemeentehuis’.

Domein Beisbroek

Maar hoe gezellig het ook is in dit dorpscafé, we moeten na een 40 minuten toch ons boeltje bij elkaar pakken, want er blijft nog een flink stuk te gaan. Niet dat we hier zover van Brugge afzitten – in vogelvlucht hooguit een 4,5 kilometer – maar de GR maakt hier ten zuiden van de Breydelstad een flinke omweg doorheen al het groen! Een lange dreef brengt ons stilaan uit de bewoonde wereld terug in de bossen. Het pad slingert wat tussen de kale loofbomen en de groene coniferen door en dan staan we plots voor een speciaal gebouw. Het ziet eruit als een groot landhuis, maar ertegenaan gebouwd zien we een toren met een soort koepel op. We zijn hier beland in het Domein Beisbroek. Iets verderop maakt de GR nog een korte omweg door het bos om ons nog even langs het Kasteel Tudor te laten wandelen. De zon begint zich ondertussen wat meer te verschuilen achter de wolken, maar de omgeving blijft prachtig. In het Bos van Tillegem belanden we iets verder in het Provinciaal Domein Tillegem. Een wel 10 meter brede brandgang laat ons in de verte een glimp van het kasteel van de voormalige heerlijkheid Tillegem zien. We zigzaggen verder en bereiken iets later de Spoorwegstraat langs de … spoorlijnen.

St. Janshuismolen, Brugge

Aan de andere kant komen we nu uit op de Vesten van de stad Brugge. De plaats waar de stadsomwalling zich bevond, is nu een lang park geworden en de GR volgt deze groene gordel rond de middeleeuwse stad van zuid naar noord . Iets verder komen we bij het Minnewater. Deze waterplas was vroeger de binnenhaven van Brugge. We komen eerst voorbij de Poertoren, een gerestaureerde 14e-eeuwse toren, waar vroeger het kruit (‘Poedertoren’) in bewaard werd. Iets verderop zien we al ons volgende doel, de Katelijnepoort. Voor ons rijst een volgend gebouw op, de Gentpoort. Het volgende doel op onze weg is de Kruispoor. Onderweg hebben we soms mooie zichten stadswaarts over de huizen heen. Zelfs de donkere wolken geven het geheel een speciale atmosfeer. We komen nu op een hoog deel van de vesten, en het is dan ook niet verwonderlijk dat men hier in de loop der jaren enkele windmolens geplaatst heeft. De eerste in de rij is de Bonne Chieremolen, de jongste van de drie (1844-1911). Wat verderop klimmen we even naar de Sint Janshuismolen (1770). Deze is ook mooi gerestaureerd en ook hiervandaan blijven we even over Brugge kijken. De laatste brug is de Nieuwe Papegaai, ook een molen die naar hier gebracht werd van elders (Beveren). En dan komen we iets verder om 18u50 bij de Dampoort uit, ons eindpunt van vandaag.

 

 

14. Brugge – Middelburg : 17 Maart 2007 : 26,2km

Damse Vaart
Damme

We slaan een zijstraat van de Dampoortstraat in en volgen een asfaltweg langs een kanaaltje, het Zuidervaartje. Amper 5 minuten na onze start lopen we al tussen de velden. Hier kunnen we genieten van de rust van het Vlaamse polderland. Rechts van ons zien we midden de velden een enorme boerderij liggen. Op de kaart lezen we dat het om de hoeve ‘Blauwe Zaal’ gaat. Na een klein half uur krijgen we de toren van Damme in zicht. Als we dichterbij de middeleeuwse stad komen, stoppen we even bij een infopaneel, waarop uitleg staat over de Damse stadsvesten. Nu is dit gebied eigendom van de vzw Natuurpunt en die probeert de wallen rond Damme volledig te herstellen. We zien inderdaad in het veld groene verhevenheden, die waarschijnlijk de plaats aanduiden waar de wallen van de vesten zich bevonden.

Links van ons zien we nu duidelijk de Onze Lieve-Vrouwekerk. Wat natuurlijk onmiddellijk opvalt is de stoere, 43 m hoge toren, maar oorspronkelijk had de toren wel een spits. In Damme bewonderen we het prachtige stadhuis en maken kennis met het standbeeld van Jacob van Maerlant. We steken de verkeersweg en het kanaal over en slaan aan de overkant rechtsaf. Op de brug zien we links van ons de prachtige, witte Schellemolen. Langs enkele pas geknotte wilgen stappen we nog even langs de Vaart. Het is hier heerlijk wandelen tussen de weiden en sloten en we  hebben mooie zichten op lange rijen populieren en knotwilgen, die wat lijn brengen in het vlakke landschap. We slaan rechtsaf en volgen nu het kanaal van Schipdonk. Even verder komen we dan bij de Syfonbrug. We staan hier op een kruispunt van waterwegen. Hier passeert de Damse Vaart onder twee kanalen door, namelijk het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal. Via een smalle brug begeven we ons over de beide waterlopen en komen uit bij het beroemde ‘Restaurant Siphon’.

We komen voorbij het ‘kasteel’ van Oostkerke en verder bij een mooi kapelletje dat wat verloren staat tussen een rij knotwilgen. De zon schijnt bijna loodrecht neer op de kasseien rond het kerkhof van Oostkerke, dat zich hier nog altijd bij de kerk bevindt. Na iets meer dan een kilometer komen we uit op de Krinkeldijk. Dit was ook een van de dijken, die de linkeroever van het Zwin in de 12e eeuw wat moesten in toom houden. Langs grachten en groene velden brengt de weg ons  dichter bij het dorpje Hoeke. De torenspits van het kerkje kunnen we al in de verte onderscheiden. Dit al 750 jaar oude dorpje is de kleinste deelgemeente van Damme. De meeste huizen liggen hier langs de vaart, terwijl de kerk wat verder weg van het water ligt, wat alleen in de velden.

Aan de overkant van de Damse Vaart, slaan we linksaf en komen op een prachtig groen pad terecht, dat ons tot aan het voormalige Fort Sint Donaas zal gezelschap houden.Aan de St. Donaashoeve ligt een kleine onbemande veerpont aan de oever. Door op het kleine platform te gaan staan en aan het wiel te draaien, kan men zo met droge voeten aan de overkant geraken. De pont heeft zelfs een naam, Kobus. Na een 400—tal meter in de schaduw van de dennenbomen vertoefd te hebben, komen we terug in de open lucht en kunnende kerk van Lapscheure onderscheiden. We wandelen doorheen de buitenwijken van het rustige dorpje en belanden tenslotte om 15u30 bij de kerk van de Heilige Drievuldigheid. Aan de andere kant van het kruispunt bemerken we een café, ‘St. Cornelius’.

Wij vervolgen onze weg richting Nederland, want voor de eerste keer gaan wij en de GR 5A eventjes kennismaken met de Nederlandse bodem. Een minder goed zichtbaar pad brengt ons bij een waterloop, wiens flauwe bocht we blijven volgen. Waar de bomen eindigen, bereiken we dan om 16u30 grenspaal 354. In de verte kunnen we de toren van Middelburg onderscheiden. Een mooi aangelegd pad eindigt juist aan de grens bij een bank en verandert in een meer landelijk veldweggetje, dat ons in het centrum van Middelburg brengt.

15. Middelburg – Boekhoute :4 Maart 2006 : 30,2km

Vandaag wordt het een lange kanaal wandeling langs de Vlaams-Nederlandse grens van Middelburg naar Boekhoute. Het is een poldergebied van kanalen en kreken en van op de zee teruggewonnen land. Om 9u00 staan we klaar om te beginnen aan onze 30 km lange tocht. Als we even later buiten de bebouwde kom komen, zien we dat de velden wit berijpt zijn. Al snel moeten we het veld in, langs de ‘Eedschen Kerkwegel’. Na wat heen en weer gedraai zien we aan de andere zijde van een sloot, een grenspaal (nummer 351) staan. We stappen eerst langs de verkeerde kant van een huis en beseffen al snel onze vergissing als we in de achtertuin van de woning belanden. Aan de andere kant staat op de hoek van het huis weer een grenspaal (nummer 349), en daar vinden we het Grenspad.

Wij laten Nederland nu achter ons en richten ons zuidwaarts. Rechts van de weg staat op de gevel van een pand het opschrift : “Het Eerste Huis” ! Iets verder komen we uit bij een zoveelste GR-paden infobord. We staan weer op een kruispunt van GR-wandelwegen : de GR 130 komt hier bij de GR 5A. Na 20 minuten kanaalwandelen komen we bij de Lievebrug uit. We verlaten even de GR om in het centrum van St Laureins een pleisterplaats te zoeken. We krijgen al schrik dat we door moeten gaan tot in Eeklo, tot we iets verder toch een café open vinden met de naam ‘Concordia’. Om iets na twaalven besluiten we om op te breken en onze weg te hervatten.

Na weer enkele kilometers kanaal, komen we bij de Sint Margrietebrug. We trekken nu het echte Meetjesland in met zijn kreken en vijvers, zijn drassige weiden en polders. En al snel bereiken we één van die vele lange, smalle kreken: de Blokkreek. Het zijn niet echt rivieren en ook niet echt meren hier, maar smalle plassen. Vanop een hoogte zien we ons volgende doel al liggen : de Boerenkreek. Bij de volgende brug, de SintJansbrug steken we weerom het water over en laten het plaatsje Sint –Jan-in-Eremo achter ons. Recht voor ons zien we aan de andere kant van het kanaal de kerktoren van Watervliet uitsteken. Na een volgende verkeersweg komen we uiteindelijk uit bij de Stenenschuurbrug. De volgende brug. is weerom een Bailey-brug en op de rand ervan bemerken we een wegwijzer van het (Nederlandse) ‘Grenslandpad’. Hier scheiden dit pad en de GR 5A de wegen.

Na een paar honderd meter komen we bij een weg die wat hoger ligt : het is de Noorddijk, die hier de grens vormt tussen de Sint Jorispolder (1466) en de Laureinepolder (1503). In de verte zien we al de kerkspits van ons einddoel van vandaag, Boekhoute. En dan komen we op een kruispunt uit en zien voor ons een café. ‘Het Spoor’ staat boven de deur en voor het gebouw zit een levensgrote pop op een bank. Zou deze herberg ook open zijn voor levende bezoekers ? We doen voorzichtig de deur open en worden gastvrij onthaald. We nestelen ons in enkele zachte zeteltjes en bestellen wat te drinken. De laatste kilometers voeren ons het dorp Boekhoute in. Achter de kerk staat nog één van die laatste vissersboten, de BOU (van Boekhoute) 8 Isabella. Het is 17u30 als we het dorp verlaten. We hebben nu nog maar een paar etappes te gaan voor we “Wandelronde van Vlaanderen” volledig achter de rug zullen hebben.

 

16. Boekhoute – Zuiddorpe : 24 November 2007 : 30,8km

Boekhoute

Het landschap dat we voorgeschoteld krijgen is ons niet onbekend : een lappendeken van groene weiden en grote en kleine waterlopen, met hier en daar een boerderij of een woning in de verte. Langs een pad dat omzoomt is met populieren, komen we bij een groot infobord uit. Het natuurreservaat “De Grote Geul” is een 14 ha groot natuurgebied, dat hoofdzakelijk bestaat uit een grote plas, waarvan de oevers begroeid zijn met riet. Dan maar weer even asfalt volgen tot we tegenover het Molenhof bij een kleurig versierd kapelletje de Mariapolderdijk inslaan. We steken de Vlietbeek over en volgen die wat verder op een afstand stroomopwaarts richting Assenede.

De GR blijft ten oosten van de kern van Assenede en draaien om 10u10 de Groenendijk in. Als we een straat met de onheilspellende naam Duiveleinde instappen, begint het zachtjes te regenen. Om 10u40 laten we Assenede achter ons en trekken Sas van Gent binnen. Onderweg missen we ergens de kans om het bekendste kunstwerk van Sas van Gent te bewonderen, namelijk het standbeeld van de ‘Scheepssleper’. Het is 11u00, tijd voor een korte halte. In het Schippershuis is het nog rustig en we kunnen dan ook op ons gemak iets drinken. Na een half uurtje staan we terug buiten en is de bescheiden bui weggetrokken.

We komen aan bij ‘de Baeckermat’. Dit is een Zeeuws-Vlaams “streekeigen” erf met een boomgaard, een schapenweide, een bloemenweide en nog van alles wat zo eigen is aan deze streek. We worden gelukkig al vrij snel terug de natuur ingeleid en komen zo in het natuurgebied van de Canisvlietsche Kreek terecht. De Canisvliet is een poldergebied, dat ooit een zijarm was van de Honte, een oorspronkelijk brede en ondiepe zeearm, die in verbinding stond met de Schelde. Het is nu 12u50 en we bevinden ons hier aan de rand van Zelzate. Het wordt tijd om wat te eten en bij het eerste gebouw op Belgische bodem, toepasselijk “Grenshoeve” genaamd, klampen we een bewoonster aan om even te vragen of er in de buurt een cafétje is, maar ze kan ons niet helpen, zodat we ons verplicht zien het ons gemakkelijk te maken langs de weg voor onze picknick.

We blijven even nog op de grens lopen met ons rechterbeen in België en ons linker- in Nederland en dan komen we bij een brede verkeersweg. Het is de “Tractaatweg’ , die Terneuzen met Zelzate verbindt. Langs de wegkant staat weer één van die indrukwekkende grenspalen, die we al meermaals tegengekomen zijn (nummer 307a). De torenspits van het kerkje van Overslag duikt in de verte op tussen de bomen. Het is in feite één dorp, doorsneden door de nationale grens. Wij zetten onze tocht langs de GR5A, dat hier ook het Grenslandpad is, verder en trekken terug Nederland in. Na een half uur is de Moerbekepolder doorkruist en bereiken we achter het gehucht Rode Sluis terug de grens.

We verlaten terug de hoofdweg en slaan weerom de richting van onze noorderburen in. Links van ons zien we een rij bomen, die zich ongeveer bevinden ter hoogte van het voormalig fort Moerspui. Het is één van de vele versterkingen, die hier aangelegd zijn op het eind van de Tachtigjarige Oorlog, in dit geval door de Spanjaarden in 1645, ter verdediging van Vlaanderen. We moeten nog een kilometer of zo verder noordwaarts tot de weg van Zuiddorpe naar Koewacht. We zijn, net als de zon achter de kim verdwijnt, op ons eindpunt uitgekomen.

17. Zuiddorpe – Meerdonk : 9 Mei 2009 : 33,3km

Onder een mild voorjaarszonnetje wandelen we Zuiddorpe uit en begeven ons terug naar het kruispunt, waar we de vorige maal afscheid hadden genomen van de GR 5A. Na een kwartier treffen we de rood-witte streepjes terug aan, die ons de Uilendreef in voeren. Het eerste fort dat we bereiken heet Fort St. Joseph. Van de voormalige versterking is niet veel meer te zien dan de geometrische gracht, die vroeger de redoute omsloot. De GR5A blijft de vroegere Linie van Communicatie volgen naar het volgende fort. Zo komen we aan bij het volgende fort in de linie, het Fort St. Jacob. We volgen de Linie verder oostwaarts nu en komen zo na een tiental minuutjes bij de volgende versterking terecht. Een vlaggetje markeert het centrum van dit voormalige Fort Sint Livinus.

Een dijk brengt ons in een rechte lijn om 10u38 bij het volgende fort in de rij, fort St. Nicolaas. Voorbij een kruispunt komen we op een volgende dijk terecht, deze keer heel toepasselijk Fortdijk genaamd. We wandelen voorbij een volgende waterplas, Grote Gat genaamd. Al snel stappen we weer langs een lange rechte lijn bomen naar ons volgende doel : het voormalige fort Ferdinandus. Wij volgen geen natuurlijke waterloop, maar een kanaal : het Zijkanaal naar Hulst. Het is ondertussen bijna 12u en naast het pad komen we bij een mooi afgereden stukje berm, goed voor onze picknick. De volgende brug draagt de wel vreemde naam : Gdynia Bridge. Dit deel van Zeeuws Vlaanderen werd in september 1944 namelijk bevrijd door de Poolse 1e Pantserdivisie onder generaal Maczek.

Hulst

Het volgende deel van de GR 5A zal ons in een grote boog doorheen de plaatselijke polders naar de noordkant van het stadje Hulst brengen. Het is een vrij eentonige wandeling, maar brengt ons op een bepaald moment juist langs het ‘Groot Eiland’. Het is nu een natuurgebied en wij passeren er rakelings langs tussen 2 meertjes, die deel uitmaken van de Oude Vaart. Rechts van ons zien we in de verte over het water voor het eerst de spitse toren van de kerk van Hulst aan de einder. We  bereiken het historisch centrum bij de “Dubbele Poort”. Hulst is één van de best bewaarde middeleeuwse vestingsteden van de Benelux. We worden via een paadje de wallen opgeleid. Deze nog volledig gesloten stadsomwalling is 3,5 kilometer lang en wordt slechts op drie plaatsen door poorten onderbroken. Op de stadswal komen we eerst bij een windmolen terecht. We bestijgen de omwalling weer en wandelen verder naar het volgende bastion, het Nassaubolwerk.

Langs de Gentse Poort verlaten we nu de stad. De wit-rode strepen brengen ons dichterbij onze landsgrens, die we ter hoogte van grenspalen 278 en 279 ongemerkt overschrijden. Om 17u10 steken we de weg van Kalf naar de Klinge over en komen zo midden in het Vlaamse polderlandschap terecht. Een lange, rechte asfalt verkavelingsweg brengt ons op een T-splitsing, waar we even terug in de richting van de kerk van De Klinge gaan. Om 17u50 komen we dan uit op de dwarsdijk bij de Grote Geul. Het is een smal meer van ongeveer een 800 meter lengte, waarvan we de smalle zijde langslopen. We bevinden ons hier op de Krekeldijk en blijven deze asfaltweg een tijdje volgen. Na een dikke 10 minuten komen we bij het natuurhuis Panneweel, een bezoekerscentrum van Natuurpunt. Een toeristische trekpleister hier in de buurt is het Saleghem Krekengebied. Via smalle wandelpaadjes bereiken we tenslotte om 18u20 ons  einddoel bij de Zandloperstraat. Links van ons kunnen we de torenspits van de Sint Corneliuskerk van Meerdonk zien, maar die ligt zeker nog een 2 kilometer van ons af. We stappen om 18u45 het dorp in.

18. Meerdonk – Antwerpen LO : 1 Augustus 2009 : 27,5km

Eindelijk: we gaan de GR 5A beëindigen vandaag. De 8e april 2001 zijn we bij de uitgang van de voetgangerstunnel op Antwerpen Linkeroever vertrokken voor onze eerste etappe van de GR 5A naar Temse. Na meer dan 8 jaar gaan we de cirkel rond maken. Links voor ons merken we de stompe toren van de Sint Laurentiuskerk en even rechts daarvan ontdekken we vandaag voor het eerst de twee dikke wolken, die door de koeltorens van de kerncentrale van Doel worden uitgebraakt. Na een kilometer steken we de kaarsrechte Vrasenebeek over en kunnen wat later de E 34 achter ons laten.

O.L.V.van Gaverland kapel

Weer zijn betonnen verkavelingsweggetjes ons deel en de volgende uren zal ons zicht dan ook beheerst worden door weiden, mais- en suikerbietvelden. Midden in dit landschap vinden we enkele bunkers terug. Iets voor twaalven bereiken we het gehucht Keet. Uiteindelijk komen de eerste huizen van Gaverland in zicht. Gaverland ligt tegen Beveren, wat de laatste gemeente in Oost-Vlaanderen is die we moeten doorkruisen. Via de Gaverland (?)straat komen we om 12u45 bij de verrassend grote Kapel van Gaverland uit. We vinden aan de achterkant van de kapel Taverne “De Linde”. Tegenover de ingang van de kapel leiden de GR streepjes ons een parkje in.

We komen ondertussen ook dichter bij het grote havengebied van Antwerpen op de linkeroever van de Schelde. Nadat we onder een spoorweg zijn doorgewandeld, komen we wat verder bij een plaats, De Halve Maan genaamd, terug in de provincie Antwerpen. De Halve Maan is nu een grote waterplas, maar was vroeger een soort van slotgracht rond één van de verdedigingswerken van de fortengordel rond Antwerpen. Het Vliet is een oud poldergebied, dat rond de Tweede Wereldoorlog werd opgevuld met baggerspecie uit de Schelde. Geleidelijk ontwikkelde zich een waardevol biotoop met berken op de droge gedeelten en wilgen in de vochtige lagergelegen delen. En zo dicht bij de wereldstad Antwerpen belanden we als het ware in een oerwoud. Na een tijd het slingerende pad gevolgd te hebben, komen we op een minder begroeid deel uit en om 15u35 bereiken we de grote dubbele Dwarslaan.

Antwerpen

Van het hoogste gedeelte van de brug zien we in de verte al de Onze Lieve Vrouwekathedraal van Antwerpen met zijn ranke toren. Het einde nadert nu toch wel snel. Maar de GR zou de GR niet zonder nog even een omwegje te maken. We gaan dus niet linea recta door naar die lonkende torenspits, maar bij een groot kruispunt weten we dat we de grote grasvlakte van de Middenvijver gaan opgestuurd worden. De Middenvijver is eigenlijk een opgespoten gebied van 60 hectaren en dat werd nu heraangelegd met waterpartijen als compensatie voor de aanleg van de Oosterweelverbinding. Tenslotte komen we aan de noordkant uit bij een mini-duinengebied. Het zijn zandheuvels die ten zuiden van de Donkersbeek liggen. Aan onze rechterzijde prijkt er plots een GR-teken op een boom. Het wijst ons een pad aan dat hier recht het St. Annabos ingaat. De rood-witte streepjes leiden ons hier kriskras door het dichte bos. Na het bos wandelen we nog even door een soort van park en tenslotte komen we via een parking terug in de beschaving uit. Nog enkele meters en we staan na een lange omzwerving door geheel Vlaanderen terug aan de brede Schelde. Het is 16u50 en we zetten ons even neer op de groene oever van de stroom.

Vlaanderen is één van de dichtst bevolkte streken op aarde, maar de GR verantwoordelijken en al die mensen die ten velde hun best doen om ons wandelaars het mooie van onze streken te doen zien, zijn in dat laatste volgens ons heel goed geslaagd. Proficiat !

 

 

Scroll naar boven