Exmoor, Engeland : Augustus 2011
Inleiding :
We hebben dit jaar een wandelreis geboekt bij een nederlandse reisorganisatie, dat reizen aanbiedt met bagagevervoer. Alle verblijven en ook verplaatsingen worden aangeboden en je moet dus alleen maar je wandelschoenen aandoen, je rugzak omdoen en de meegegeven route volgen. Een dagrugzakje met de picknick en wat drinken zijn dus voldoende om de dag door te komen. We kiezen dit jaar voor een rondwandeling in het Exmoor National Park.
Een vliegtuig brengt ons van Brussel naar Bristol, waar een taxi ons staat op te wachten om ons naar het plaatsje Porlock te brengen aan de kust van Somerset. Daar kunnen we onze bagage afzetten in Myrtle Cottage, waar we onze eerste (en laatste) nacht zullen doorbrengen. Het is nog maar net na de middag, dus besluiten we – na een lunch in The Ship Inn – nog een (inloop)wandeling te maken in de omgeving.
We verlaten de hoofdstraat via Sparkhayes Lane en wandelen richting Porlock Bay, waar we het South West Coast Path oostwaarts volgen. Wat het weer betreft mogen we voorlopig niet klagen. Hoewel er veel lage wolken hangen, blijft het droog. De zon laat zich zelfs soms zien, als we even later door het vredige dorpje Bossington komen. Via een brugje komen we aan de voet van Bossington Hill. Achterom krijgen we stilaan een prachtig zicht op de kustvlakte waarin Porlock ligt (Porlock Vale) en het kiezelstrand van Porlock Bay.
Om iets voor half vier bereiken we Hurlstone Point bij de ruïnes van een uitkijkpost van de coastguard. Verderop hebben we nog een mooi zicht op het strand van Selworthy Sands. Omringd door een purperpaarse weelde aan bloeiende heide, doorspekt met het felgeel van de stekelbrem vervolgen we onze weg op Bossington Hill en genieten van het zicht op de vallei onder ons met zijn door heggen omrande velden. Door Allerford Woods dalen we uiteindelijk terug af naar Bossington en arriveren iets voor zes na een flinke 10 km terug bij onze B&B in Porlock.
1. Porlock – Brendon (18 km) : 18 augustus 2011
’s Morgens bestel ik een English breakfast en kijk verbaasd op als mijn partner gaat voor de ‘kippers’ (gebakken gerookte gezouten haring). Vroeger was dit een traditioneel ontbijt hier in Groot Brittannië, maar het is nu stilaan uit de mode geraakt. Verbaasd vraagt de eigenares of ze wel weet wat het is en bij een positief antwoord verschijnen er even later enkele gebakken visjes op de ontbijttafel !
Nadat we onze picknick in de rugzak gestoken hebben, laten we om 10u Porlock achter ons. Vandaag zullen de weergoden ons niet zo gunstig gezind zijn. We houden het niet droog en bij tussenpozen moeten we wat regen verdragen. Nadat we bij het haventje van Porlock Weir even de kustlijn hebben aangeraakt en daar ook het South West Coast Path (SWCP) terug vervoegd hebben, voert deze national trail ons langs smalle wegen doorheen de bossen. Om 12u30 komen we dan bij onze eerste halte, Culbone Church. Het ligt hier alleen in een beboste vallei (of combe in het engels), omringd door een kerkhof met schots en scheef staande , oude grafzerken. Het is met 11 bij 4 m de kleinste parochiekerk in Engeland. Je kan er alleen via voetpaden komen. We vereren het kerkje natuurlijk met een bezoek en zetten ons later buiten op een bankje om onze picknick te verorberen.
Na de kerk splitst het SWCP zich in een hogere en lagere route en we kiezen voor de eerste optie. Het pad voert ons omhoog uit het bos en we krijgen al snel een beter zicht op de omgeving en de zee, die tot nu toe verborgen was door het groen. Langs enkele boerderijen gaat het op en af tot we langs de A 39 verkeersweg aan County Gate komen. We zijn aangekomen op de grens van de counties Somerset en Devon en gaan nu de East Lyn River volgen naar de Coleridge Way. We hebben de kust voor even vaarwel gezegd, maar ruilen die in voor prachtige panorama’s naar het zuiden over de vallei van de East Lyn River. Ondertussen is de zon ook tevoorschijn gekomen (zo gaat dat in Engeland : alle soorten weer op enkele uren tijd) en daardoor ziet alles er nog idyllischer uit.
We volgen op hoogte de meanders van de rivier en stilaan komen tussen de groene velden in de vallei de eerste huizen van Brendon in zicht. Het pad daalt tenslotte af naar de vallei en om 17u30 wandelen we het dorp in en vinden we (veel huizen telt het plaatsje niet) ons verblijf Brendon House. Na de kennismaking met de eigenaars en een deugddoende opfrisbeurt begeven we ons een uur later naar de Staghunters Inn, waar we ons tegoed doen aan een uitgebreid avondmaal en een goede pint.
2. Brendon – Lynton (13 km) : 19 augustus 2011
Zonneschijn door de ramen doet ons ontwaken. Dat ziet er goed uit ! Na het ontbijt vertrekken we om 9u30 westwaarts. We volgen nog steeds de met rotsen van allerlei grootte gevulde East Lyn River stroomafwaarts, maar deze keer op de oever zelf. Terwijl de zonnestralen doorheen het gebladerte priemen, genieten we van het geklater van het water en het mooie pad doorheen het groen. De Coleridge Way, die we terug volgen nu, brengt ons om 11u30 bij Watersmeet House, een pracht van een gebouw hier in the middle of nowhere, waar we aan een tafeltje op het gazon van een tas thee met scones kunnen genieten. We maken na de thee even een zijsprongetje naar een waterval in de bossen, en laten dan de East Lyn River achter ons om terug richting kust te trekken.
Na een flinke klim komen we in Countisbury langs The Blue Ball Inn en trekken dan verder naar de St John the Evangelist Church iets verderop. Het is weerom een prachtige oude gebedsplaats met dito kerkhof erom heen, waar een flink uit de kluiten gewassen taxus het zicht overheerst. Na een kort bezoek bereiken we iets achter de kerk de top van Butter Hill, één van de hoogste toppen aan de kust hier. We hebben een prachtig zicht hier op het verdere verloop van de kust en de tweelingstad Lynmouth-Lynton , ons einddoel voor vandaag. Ook hier, net als op Bossington Hill eergisteren, overheersen heide en stekelbrem het landschap.
En dan volgt een lange afdaling naar Lynmouth. Langs een soms vrij smal pad omzoomd door massa’s varens en juist naast een
flinke diepte naar de zee gaat het steeds met mooie zichten voor ons langzaam bergaf. Wilgeroosje en reuzenbalsemien brengen wat kleur in de omgeving. Als we wat verder achter ons kijken, komt het smalle strand van Sillery Sands in zicht. Iets voor drie bereiken we de eerste huizen van Lynmouth. Op het terras van het Rock House Hotel lessen we eerst onze dorst voor we even door het stadje slenteren. Lyn River lijkt nu maar een klein beekje bij de monding in Bristol Channel, maar in augustus 1952 (bijna op de dag 59 jaar geleden) werd het na een erg zware regenstorm een kolkende stroom en verwoestte toen meer dan 100 gebouwen. Er vielen ook 34 doden te betreuren en het duurde 10 jaar voor de stad heropgebouwd was.
Tenslotte begeven we ons naar de bekende Cliff Railway. Dit toestel wordt gedreven door waterkracht en is slechts één van drie van zijn soort in de wereld. Het brengt ons een goede 150 m hoger in Lynton, vanwaar het uitzicht over Lynmouth Bay weer fantastisch is. We wandelen door het stadje langs de St Mary the Virgin kerk naar Croft House, de B&B waar we vandaag in verblijven. We besluiten niet te laat te gaan slapen, want morgen staat ons een lange wandeling te wachten.
3. Lynton – Combe Martin (23 km) : 20 augustus 2011
Na ons ontbijt trekken we ’s morgens terug richting Cliff Railway, waar we de draad weer opnemen van het South West Coast Path. Niet ver buiten Lynton bereiken we de Valley of Rocks, een droge vallei met indrukwekkende rotsformaties van zandsteen. De bekendste daarvan is ongetwijfeld Castle Rock. Er lopen hier ook wat wilde geiten rond, sommige (bokken, veronderstel ik) met flinke horens, maar ze schenken geen aandacht aan ons. Ze hebben al genoeg toeristen gezien waarschijnlijk. Om iets voor half elf belanden we bij Lee Abbey. Hier zouden al sinds de 12e eeuw Cisterciënzer monniken gewoond hebben. Ondertussen heeft het allerlei bestemmingen gehad en nu is het in handen van een christelijke gemeenschap. Het poortgebouw ziet er inderdaad vrij oud uit, maar de rest van de gebouwen zien er nog vrij recent uit (20e eeuw).
We dalen af naar Lee Bay en trekken terug het groen van Croscombe Wood in. Na Lee Bay volgt Woody Bay en zo gaat het verder op en af langs de kust met telkens weer prachtige zichten naar oost en west. De bossen laten we achter ons en dan wandelen we weer tussen varens en heide tot we bij een diepe vallei in de kustlijn komen. Hier is de monding van de Heddon River en de kloof waarin we nu afdalen heeft de toepasselijke naam gekregen van Heddon’s Mouth. Na een korte halte voor de picknick, dalen we af tot de waterloop en volgen die stroomopwaarts tot aan de Hunter’s Inn. We dachten hier even van het terras gebruik te maken, maar het blijkt dat er een trouwpartij gaande is. Van hieruit gaf de reisorganisatie ons de mogelijkheid om via het binnenland te voet terug te keren naar Lynton, maar we kiezen voor de tweede mogelijkheid om verder de kust te volgen naar Combe Martin en ons daar te laten ophalen door een taxi.
Verder dan maar terug naar de kust. We laten de Heddon vallei achter ons en volgen de weg naar Trentishoe, een dorpje van enkele huizen en een kerkje boven op de kliffen. Aan South Dean Corner klimmen we over een draadafspanning via één van die houten opstapjes, die je hier in Engeland zoveel tegenkomt. We trekken door een weide met schapen en komen zo terug op het South West Coast Path ter hoogte van de North Cleave Gut, een kloof gevormd door een aardverschuiving . Het heeft nog niet geregend, maar steeds donkerdere wolken pakken zich samen en we vrezen dat we het niet helemaal droog gaan houden vandaag. We beginnen nu voor het eerst echt last te hebben van kleine insecten, die rond ons hoofd vliegen. Ze steken niet , maar proberen vooral rond je ogen en mond neer te strijken.
En dan komen we bij de volgende vallei, de Sherrycombe. Weerom moeten we de gewonnen hoogte prijsgeven en afdalen, tot we via een voetbrugje de beek kunnen oversteken. We lassen hier even een korte drankpauze in, want de kilometers beginnen door te wegen. Tenslotte vatten we de laatste klim aan. En die is niet de minste ! We gaan nu naar de top van de Great Hangman (prachtige naam !). Langzaam gaat het omhoog via een breed pad tussen de bloeiende heide. Na 180 m klimmen komen we op de top uit bij een flinke steenhoop. The Great Hangman is 318 m hoog en daarmee de hoogste zeeklif van Engeland en het hoogste punt van het South West Coast Path. 100 m lager zien we de top van Little Hangman en nog verder de huisjes van ons einddoel, Combe Martin. Het begint nu lichtjes te regenen en we besluiten er voor vandaag mee te stoppen. We vatten de afdaling naar Combe Martin aan, dat we om 17u30 bereiken. We zetten ons even op het terras van een pub en verwittigen het taxibedrijf dat we aangekomen zijn op ons eindpunt en waar hij ons kan ophalen. Na een goed half uur pikt men ons op en worden we afgezet bij onze B&B in Lynton. Morgen trekken we het binnenland in.
4. Lynton – Simonsbath (19 km) : 21 augustus 2011
Vandaag verlaten we de kust en het South West Coast Path en trekken vanuit Lynton zuidwaarts. We dalen deze keer te voet terug af naar Lynmouth en nadat we de West Lyn River overgestoken zijn, trekken we langs de Two Moors Way de vallei van de East Lyn River in. De Two Moors Way is een lange afstands wandelweg, die Exmoor National Park verbindt met Dartmoor National park en zo de noord- met de zuidkust van Devon. We beginnen aan een stevige klim uit de vallei en werpen nog enkele malen een blik achterom op Lynmouth en zijn baai. Boven aangekomen lopen we langs de weilanden, terwijl we mooi zicht hebben op de beboste vallei onder ons. En we hebben geluk, want er zijn slechts enkele hoge wolken te bespeuren en de zon laat zich van zijn beste zijde zien !
En dat komt goed uit, want wij gaan vandaag door de Moors wandelen. Nadat we Smallcombe Bridge zijn overgestoken, bereiken we om 13u Cheriton, waarna we echt op de hoogvlakte van de Moors terechtkomen. We merken wat verder dat we niet alleen zijn op de Moors. Hier en daar staan Galloway runderen te grazen en sommige van hen hebben angstaanjagend grote horens. Leven en laten leven, denken we dus rustig doorwandelen en wat afstand houden is de boodschap. We zien ook enkele paarden in de verte. Na een korte pitstop op een omgevallen boomstam langs de Hoaroak beek, hebben we het even moeilijk als we diezelfde waterloop even verder moeten oversteken. Er liggen wel wat rotsen hier en daar in het water, maar ik denk dat we zonder onze wandelstokken niet met droge voeten aan de overkant zouden geraakt zijn.
Stilaan trekken we langs de oever van de Hoaroak verder en hoger het binnenland in. Eerst langs weerom varens en af en toe een stekelbrem en hogerop langs hele velden vol met heide. Kuddes schapen ontbreken hier natuurlijk ook niet in het landschap, maar het is gewoon het landschap zelf dat betoverend mooi is : groene, golvende velden afgezet met smalle heggen en af en toe een eenzame boom, die schuin staat van de wind. En daarboven wolken van allerhande grootte en schakeringen van wit en blauw die boven onze hoofden zweven.
Na het kruispunt van wandelwegen bij Exe Head, worden we over nog één heuvel geleid en dan begint een gestage afdaling naar de vallei van de Barle river, waar ons einddoel van vandaag ligt. Om iets voor 17u komen we uit op een asfaltweg en dan is het niet ver meer tot aan ons hotel in Simonsbath. Een kwartier later komen we aan bij de Exmoor Forest Inn, waar het zonnige terras nog vol zit met dagjesmensen. Het was een prachtige wandeldag vandaag.
5. Simonsbath – Tarr Steps (17 km) : 22 augustus 2011
Onze wensen worden vervuld en de zon laat zich weer van zijn beste zijde zien. We volgen vanaf ons hotel onmiddellijk de Barle River langs de Two Moors Way, die we vandaag de hele dag gezelschap gaan houden. We komen al snel bij het eerste herkenningspunt ter hoogte van een voetbrug over de rivier, Wheal Eliza Mine. Hier bevond zich in de helft van de 19e eeuw een koper- en ijzermijn, die echter snel gesloten werd wegens niet succesvol. Er blijft niet veel meer van over buiten de resten van een gebouw.
Verderop wandelen we nog langs een heuvel, waarop zich de overblijfselen van een fort uit het IJzeren Tijdperk bevinden. Op Exmoor bevinden zich nog heel wat overblijfselen uit de prehistorie, zoals ‘Barrows’ (grafheuvels), ‘Standing Stones’ en ‘Stone Circles’. De betekenis van deze beide laatste monumenten heeft men nog steeds niet met zekerheid achterhaald. Wat verder lopen we door een stukje bos en het pad verandert even in platte, naast elkaar gelegde stenen, die ervoor zorgen dat we met droge voeten onze weg kunnen verderzetten. Hier worden we verrast door een hele hoop oranje bloemen, die aan de waterkant groeien. Het zijn Crocosmia (of Montbretia), een plantensoort die eigenlijk uit Zuid-Afrika afkomstig is en op één of andere manier hier terecht gekomen is en in het wild groeit. De Two Moors Way verlaat wat verder de oever van de Barle en we winnen wat hoogte vanwaar we in de verte de Landacre Bridge zien. Het is een middeleeuwse brug op 5 bogen, die ondertussen al een paar keren gerestaureerd is.
We wandelen weer door een landschap van varens, heide en wilgeroosje en moeten ons af en toe een weg zoeken tussen grazende koeien en kuddes schapen. Hogerop overheerst de heide weerom de omgeving en dat blijft zo tot we op een verharde weg terechtkomen. Die leidt ons tot boven het plaatsje Withypool, dat we via een pad doorheen de weiden bereiken om 13u. Langs de robuuste toren van de St. Andrews kerk begeven we ons naar The Royal Oak Inn, zetten ons daar op het terras en bestellen een ploughman’s lunch. We nemen rustig de tijd om onze maaltijd te verorberen en weg te spoelen met een frisse lager. Van hier hebben we de mogelijkheid om de vallei van de Barle te verlaten en door de velden heen naar ons einddoel van vandaag, het plaatsje Exford, te gaan. Maar wij hebben gekozen voor het alternatief om de rivier verder te volgen en naar de Tarr Steps, één van de meest bekende attracties in Exmoor, te wandelen.
Zo blijven we het laatste stuk meestal op dezelfde hoogte lopen naast de rivier. Het is een aangename wandeling met stukken in de schaduw van bomen langs de rivier en soms periodes door de velden in de zon. We komen langs een ‘brug’ van ‘stepping stones’ en verder langs een constructie van stalen kabels over het water (zie *). De rivier kronkelt door het landschap en wij volgen de meanders zuidwaarts. Ook hier worden we soms geholpen door stepping stones, als er plots geen plaats is voor een pad langs het water. Om kwart voor vijf komen dan de befaamde Tarr Steps in zicht. Het is een voetbrug, gemaakt van grote, stenen platen, die de 50 meter brede rivier hier overspannen. Men is niet zeker van de oorsprong van dit monument , maar het gaat zeker minstens terug tot in de Middeleeuwen en het is de grootste in zijn soort (*).
Bij deze toeristische attractie hoort natuurlijk ook een drankgelegenheid in de buurt te zijn en we treffen het hier ook met de Tarr Farm Inn. Terwijl we hier wachten op de auto die ons komt halen, genieten we in de zon nog van een frisse pint. Na een korte rit worden we iets buiten Exford afgezet aan Stockleigh Lodge, een vrij groot landhuis, waar we deze nacht verblijven. ’s Avonds wandelen we naar het centrum van het dorp, waar we aan de brug over de Exe The Exmoor White Horse Inn vinden, waar we ons tegoed doen aan een uitgebreid avondmaal.
(*) Een jaar later in december 2012 zou 2/3 van de Tarr Steps ‘brug’ weggespoeld worden . Door hevige regenval was de kracht van het water zo sterk dat de dubbele stalen kabels die waren ontworpen om de brug te beschermen, werden afgebroken door massieve bomen die stroomafwaarts werden meegesleurd in de vloed. De kabels werden precies 60 jaar geleden over de rivier gespannen nadat een extreme overstroming de brug had beschadigd en de kabelafvalvanger had sindsdien de tand des tijds doorstaan, ondanks het slechte weer in het verleden. De stenen die de overspanningen vormen, wegen tussen de één en twee ton per stuk en zijn soms tot 50 meter stroomafwaarts weggespoeld. Alle massieve platen die in de brug met 17 overspanningen zijn verwerkt, zijn genummerd zodat ze kunnen worden opgehaald en op precies de juiste plaats kunnen worden teruggezet. Ook in november 2016 werd de brug deels weggespoeld. Ondertussen is alles terug hersteld.
6. Exford – Porlock (16 km) : 23 augustus 2011
Aan de ontbijttafel ’s morgens zijn we niet alleen. Stockleigh Lodge is vrij groot en er zijn bezoekers van allerlei nationaliteiten : Fransen, Nederlanders, Spanjaarden en natuurlijk Engelsen zitten allen aan één tafel. Om 10u zijn onze koffers ingepakt, de picknick zit in de rugzak en zijn we op weg richting Exford. We steken de Exe River over en beginnen even verder aan onze beklimming van Dunkery Hill. Langs smalle veldwegen gaat het rustig omhoog naar de hoger gelegen moors. Naast het pad brengen gele klaprozen en dagkoekoeksbloemen wat kleur in het landschap. Op nog geen halve meter van ons verbergt zich een patrijs aan de zijkant van het pad in het groen. Ik kan er zelfs een foto van trekken en nog blijft ze zitten. Ze vertrouwt op haar camouflagekleuren en we laten haar snel weer gerust.
Aan de Porlock Post slaan we het pad in richting Dunkery Beacon. En hier bevinden we ons weer op de bijna boomloze heidenvlakten, die we zo gewoon waren tijdens de eerste dagen op het South West Coast Path. Naar het zuiden toe krijgen we mooie panorama’s te zijn over de Exe vallei. En dan krijgen we in de verte Dunkery Beacon in zicht. Hoe dichter we erbij komen , des te meer mensen er in de buurt blijken te zijn. Boven aangekomen zien we een meer dan manshoge steenhoop de top bekronen. Dunkery Beacon is met zijn 519 m één van de hoogste punten in Zuid Engeland. Het zicht is niet perfect, maar we kunnen in de verte toch duidelijk het blauwe water van Bristol Channel onderscheiden. En daar moeten we naar toe.
We hadden deze morgen regen verwacht en dienovereenkomstig (!) onze guetten al aangedaan bij het vertrek. Er drijven ook wel veel wolken boven onze hoofden voorbij, maar het blijft droog en we besluiten dan ook om onze beenbeschermers terug in de rugzak te steken. Als we aan de afdaling beginnen komen we in de luwte van de heuvel en dat zullen we geweten hebben. Zoals een paar dagen geleden worden we ook nu weer geplaagd door ontelbare insecten, die rond onze hoofden zwermen. We versnellen daarom onze pas en duiken de East Water Valley in, waar we op een mooi plekje langs het water een halte maken voor onze picknick.
Na een aangename wandeling door Horner Wood, komen we uiteindelijk uit bij het plaatsje Horner zelf, waar we om 15u een plaatsje vinden op het grasveld van Horner Vale Tearoom, waar we ons nog eens tegoed doen aan tea and scones (een typisch brits gebakje). Later dalen we dan nog verder af naar Porlock, waar we om iets voor half vijf toekomen. Nog genoeg tijd om even de St. Dubricius church te bezoeken. We bewonderen het prachtige interieur met zijn mooie doopvont, zijn orgel en de indrukwekkende graftombe van baron John Harrington. Vervolgens wandelen we de hoofdstraat af tot bij de ons bekende B&B Myrtle Cottage.
Het was een mooie wandelweek. We hebben genoten van het prachtige engelse landschap en geprofiteerd van de perfecte wandelmogelijkheden hier. Als het van ons afhangt, komen we hier nog regelmatig terug !