12. Krijtlandpad

1. Maastricht - Mesch : 20km : 2 Juni 2022

Na 2 jaar uitstel omwille van het coronavirus, beginnen we vandaag dan toch aan onze wandeling op het Krijtlandpad.  We komen met de trein om kwart na 10 vanuit Luik aan in het station van Maastricht. Het plan is om in 4 dagen het ongeveer 100 km lange streekpad te bewandelen. Vandaag hebben we een B&B gereserveerd in Mesch, amper 15 km van ons vertrekpunt verwijderd. Tijd genoeg dus om het mooie Maastricht met een kort bezoek te vereren.

Maastricht

Na een kort bezoek aan het 17e eeuwse stadhuis en de bekende boekhandel in de vroegere Dominicaner kerk, wandelen we naar het Vrijthof, waar we de tijd nemen om de prachtige Sint Servaas basiliek zowel van buiten als van binnen te bewonderen.  Ook de protestantse St. Janskerk met zijn hoge, rode toren stappen we even binnen. Dan is het tijd om op één van de terrasjes een lunch te bestellen, waarna we nog langs de OLV basiliek en de Helpoort wandelen om via de Hoge Brug terug op de rechteroever van de Maas te belanden, waar we ter hoogte van Plein 1992 (verwijzend naar het jaar waarin het Verdrag van Maastricht gesloten werd) de roodgele streepjes van het Krijtlandpad terug vinden en onze rondwandeling door het zuiden van Nederlands Limburg voorgoed aanvatten.

Langs de van oorsprong middeleeuwse Maaspunttoren gaat het zuidwaarts langs de Maas . We passeren recente bouwwerken zoals de markante toren van het Bonnefantenmuseum en verderop het moderne gebouwencomplex van het Limburgs Gouvernement, dat deels op een eiland in de Maas gebouwd werd (naar het schijnt is de naam nog een erfenis uit de tijd dat er  militaire gouverneurs in Maastricht heersten). Dan hebben we de stad voor het grootste deel achter ons gelaten en worden even het natuurpark ‘de Kleine Weerd’ ingestuurd. De zon schijnt uitbundig en fietsers en wandelaars van alle leeftijden genieten ervan. 

D’n Observant

De ijzeren hekken rond de jachthaven benemen ons even het zicht op de rivier, maar ter hoogte van het landgoed de Hoogenweerth herkennen we aan de overzijde van het water op de St. Pietersberg de ruïne van de toren van het vroegere kasteel Lichtenberg en de grijze muren van de Eerste Nederlandse Cement Industrie (ENCI), dat sinds enkele jaren zijn activiteiten gestopt heeft. De terreinen zijn nu eigendom van Natuurmonumenten.

Net als het markante silhouet van d’n Observant (een heuvel gevormd door het storten van de onbruikbare bovenlagen van de ENCI groeve)  in zicht komt, worden we afgeleid naar het binnenland en brengen een kort bezoek aan het plaatsje Oost-Maarland. Als we in de Eijsder Beemden even later terug de Maas vervoegen, weten we dat zich aan de andere kant Belgisch grondgebied bevindt. We komen enkele loslopende paarden tegen . Volgens de topogids zijn het Konik-paarden,

Kasteel Eijsden

afstammelingen van Europese wilde paarden, die hier men hier vrij laat grazen. Het zachte gras onder onze voeten is een welkome afwisseling van het asfalt, waarvan we vandaag toch ons deel gehad hebben.

Mesch

Aan de overkant zien we al van ver het bovenwerk van de Pont de Lanaye en ook de eerste huizen van Ternaaien komen in zicht. Nadat we via een hek de Beemden achter ons gelaten hebben, wandelen we nog tot aan de kleine veerpont  in Eijsden en besluiten daar een halte te houden op het terras van het eetcafé  ‘Aon ’t  Bat’.

Na een verfrissing zijn we vrij snel het mooie stadje uit en worden we bij het plaatselijke kasteel een statige beukendreef ingestuurd. We wandelen het station voorbij en bereiken even later de moderne kerk van Maria dorp, waarna we de A2 snelweg oversteken en het Krijtlandpad wat verder verlaten om onze B&B in het dorp Mesch op te zoeken. Nog even vermelden dat de B&B Huize Mesch aan al onze verwachtingen voldeed en we in het dorp in eetcafé ’t Piepke een lekker avondmaal voorgeschoteld kregen. Een gepast einde van een fijne wandeldag !

2. Mesch – Epen (25 km) : 3 juni 2022

Het belooft weer een prachtige dag te worden. We nemen de draad van het Krijtlandpad terug op aan de Ezelsweg, die ons al snel op een hoogte brengt vanwaar we nog een laatste blik kunnen werpen op d’n Observant.

Klaprozen langs het Krijtlandpad

Verderop komen we bij onze eerste wandelboom van de tocht : we volgen hier even dezelfde weg als het Pelgrimspad, dat van ’s Hertogenbosch naar Visé loopt (maar dan noordwaarts). Langs velden met pas gezaaide tarwe of nog niet lang geplante aardappelen en mais dalen we af tot bij Camping De Bosrand, waarna het weer omhoog gaat. We merken dat vele boerderijen hier als bijverdienste kampeerplaatsen aanbieden. Zo komen we op de weg naar Libeek ook langs zo een ‘kampeerboerderij’.

Aan de overzijde van een vallei zien we de torenspits van het dorp St. Geertruid boven de bomen uitsteken. Na een volgende klim bereiken we om 11u30 het dorpje Mheer. We bewonderen enkele mooi gerestaureerde vakwerkhuizen en werpen even een blik in de St. Lambertuskerk. Achter het kerkhof kunnen we nog net de grote ronde toren van het plaatselijke kasteel onderscheiden. Er zijn hier enkele café’s open, maar we besluiten onze lunch stop uit te stellen tot in het volgende dorp, Noorbeek.  Na een kwartier stappen door de velden komt ook dit dorp al in zicht. We merken dat we hier zowaar een Wijngaarden wandeling volgen. Noorbeek beroemt zich erop wel 7 wijngaarden en een distilleerderij  te herbergen.  Onze interesse gaat nu vooral uit naar het vinden van een etablissement, waar we de innerlijke mens wat kunnen  versterken. Het is nu bijna 13u en we hebben honger.

Rode Wouw

Gelukkig treffen we in de schaduw van een lindeboom een mooi terras aan, waar we ons even later tegoed doen aan een portie spek met eieren. Ondertussen zien we flink wat wandelaars  en fietsers (allerhande : mountainbikes, koersfietsen, maar vooral veel elektrische exemplaren) voorbij komen. We laten Noorbeek achter ons en trekken terug de Limburgse natuur in. Onderweg worden we nog vergast op een mooie vliegdemonstratie van een  roofvogel. We denken dat het een rode wouw is, en dat is niet zo vanzelfsprekend, want die zijn nog maar sinds enkele jaren terug in Nederland te spotten ! Niet veel veder vangen we al een eerste glimp op van ons volgende doel, het dorp Slenaken. Het ligt nog wat verscholen in de vallei van de Gulp, maar na een wat omslachtige afdaling komen we via een mooie holle weg – waar we voor de tweede keer vandaag een pracht van een zadelzwam vinden – in het dorp terecht, waar we op het terras van Hotel Berg en Dal even een halte houden.

Vallei van de Terzieterbeek

We verlaten Slenaken langs een mooi wandelpad met rustbanken, dat ons op een afstand van een goede kilometer van 150 naar 220 m hoogte brengt. Even later duiken we pal op de Nederlands-Belgische grens de bossen in. Eerst het Onderste en dan – natuurlijk – het Bovenste Bos. In de schaduw van de bomen kunnen we even afkoelen en genieten van al het groen rondom ons. Maar de grootste verrassing komt als we op het einde aan de rand van het bos een prachtig panorama over de vallei van de Terzieterbeek cadeau krijgen. Niet toevallig komen er hier net wat meer wandelaars voorbij. We genieten even van het prachtige landschap en vatten dan de afdaling aan.

Kasteel van Beusdael

Net over de heuvelrug aan onze rechterzijde zien we nog de daken en torens van het kasteel van Beusdael, dat op Belgisch grondgebied ligt. In de vallei aangekomen besluiten we – hoewel het hotel waar we een kamer gereserveerd hebben hier even verder is – nog even het Krijtlandpad te blijven volgen, zodat we in het centrum van Epen nog een terrasje kunnen bezoeken.

Daardoor kunnen we nog een kort bezoek brengen aan de Epener volmolen, die onderweg op de Geul ligt. Enkele honderden meters verder stopt onze tocht op het streekpad voor vandaag en wandelen we via een smal pad tussen velden door naar Epen, waar we in de hoofdstraat een terras vinden om onze moede ledematen even uit te laten rusten. Een kleine kilometer verder vinden we om 17u30 ons hotel, waar we aangemaand worden om niet te lang te wachten met ons op te frissen, want om 18u wordt het avondmaal geserveerd, en dat – hongerig als we zijn – willen we niet missen.

3. Epen – Wittem (33 km) : 4 juni 2022

Vandaag wordt het een lange dag en dus we willen een vroege start maken. Gezien we  maar vanaf  8u kunnen ontbijten, staan onze rugzakken al klaar als we naar de ontbijtzaal van het hotel gaan.

Door het Vijlenerbosch

We zorgen dat onze magen goed gevuld zijn  en met een lunchpakket  in de brooddoos, pikken we de geelrode streepjes terug op. We gaan een tweede keer langs de volmolen en blijven nog even de vallei van de Geul volgen.  Gisteren zagen we aan de einder al de omtrek van het Vijlenerbos liggen op de volgende heuvelkam en die richting draaien we even later dan ook uit. Het gaat even flink heuvelopwaarts, maar wat later vlakt het af en kunnen we aan de bosrand nog een laatste blik werpen op Epen in de Geulvallei achter ons. Dan verdwijnen we voor de volgende 2,5 uur tussen het groen. Nu en dan komen we enkele wandelaars tegen met min of meer grote rugzakken, die het streekpad in de andere richting volgen. We merken dat de geelrode streepjes hier iets minder voorkomen dan op de GR’s in Vlaanderen.  Soms moeten we wat zoeken maar met de hulp van de Osmand  app op mijn smartphone lopen we nergens mis.

Boscafé ’t Hijgend Hert

We trekken van de zuid- naar de noordkant van het bos en zien in de verte de smalle torenspits van Vijlen boven de vlakte uitsteken.  Om iets voor half elf besluiten we om ons even op het terras te zetten van ’t Hijgend Hert, een boscafé dat zich ideaal voor ons ongeveer in het midden van onze weg doorheen het groen bevindt.  Het is weekend en er verzamelen zich hier al heel wat groepen en enkelingen, die deze zonnige dag sportief willen doorbrengen. Na een tas thee vervolgen wij onze weg en volgen nu meer de bosrand vanwaar we regelmatig een mooi zicht hebben op het groen, golvende landschap. Het pad brengt ons nog langs enkele prehistorische grafheuvels (3500 tot 5000 jaar oud) en via enkele steile, en toch wel erg smalle paadjes komen we tenslotte aan de bosrand. Een koekoek wenst ons nog een laatste vaarwel voor we de weldoende schaduw van de bossen achter ons laten.

Vaals Drielandenpunt

We blijven oostwaarts gaan deze keer langs een pad doorheen golvende velden. Zo komen we op de verkeersweg van Vaals naar Plombières bijna op de grens met België. Ik kan het niet laten om even naar de grenspaal te zoeken, waar we even een voet in ons vaderland zetten om dan onze weg weer te hervatten. Doorheen het Preusbos gaat het dan via enkele steile klimmetjes naar het Drielandenpunt. Daar wacht ons een kleine schok, want we belanden tussen een massa toeristen. Buiten een grote hoeveelheid Nederlanders, Belgen en Duitsers komen we hier ook een heleboel andere nationaliteiten tegen. Twee koppels Indiërs (of waren het Pakistani) vragen ons van hen wat foto’s te nemen op Neërlands hoogste punt, 322,5 meter boven het A.P. Fietsers, wandelaars, families met kleine kinderen zitten op de vele beschikbare terrassen en genieten van de heerlijke lentezon.

Na onze picknick en een verfrissing verlaten we het gewoel en dalen via een pad langs de Duits-Nederlandse grens af naar het plaatsje Vaals. Onderweg kunnen we nog een bonte specht spotten. Langs de Viergrenzenweg, waar we heel wat auto’s met duitse nummerplaten opmerken, komen we bij de Protestantse kerk van Vaals terecht en belanden na wat omzwervingen in een mooi parkje met een grote vijver. Het Krijtlandpad voert ons buiten Vaals nog door een vakantiepark voor we terug in de vrije natuur belanden. We blijven echter grotendeels op asfalt tot we bij het kerkje van Holset uitkomen.

Holset

Achteraf vernemen we dat het een bedevaartsoord blijkt te zijn (van de Heilige Genoveva), maar nu is het er erg rustig. Vooruit dan maar naar ons volgende doel, en dat zien we al van verre liggen en niet voor de eerste keer. Deze voormiddag hebben we ook al de ranke torenspits van Vijlen opgemerkt. Vijlen zou het hoogstgelegen dorp van Nederland zijn (242 m) en zichzelf het “enige bergdorpje van Nederland” noemen.  En daar gaat onze weg nu naar toe. Langs een mooi pad door het Mechelderbeekdal komen we in het centrum uit bij de kerk. We hebben daarvoor wel het Krijtlandpad even moeten verlaten, maar het terras van een plaatselijke auberge wenkt ons.

We hebben nog zo een dikke 8 kilometer voor de boeg, dus trekken we even later terug de velden in. Langs paden en min of meer verharde wegen gaat het verder noordwestwaarts door het golvende landschap met af en toe mooie vergezichten. Een volgend ‘hoogtepunt’ bereiken we een 2 km na het plaatsje Nijswiller op de Kruisberg.  Hier komen 6 wegen samen en in de welkome schaduw van een eik zetten we ons even neer om op adem te komen en de laatste druppels uit onze drinkbussen op te drinken. Uit alle richtingen komen hier fietsers voorbij.  Het pad stuurt ons verderop nog langs enkele oorlogsmonumenten, terwijl we in de vallei ten zuiden van ons al de huizen van Wittem zien opduiken.  Als we dichterbij kunnen we ook de toren van het redemptoristenklooster herkennen, en weten we dat we stilaan aan het eind van deze lange wandeldag zijn gekomen.  Langs de Wittemer Allee vinden we ons hotel, waar een verfrissende douche en een zacht bed op ons wacht.

4. Wittem - Maastricht : 27km : 5 Juni 2022

Om 9u00 ’s morgens staan we buiten en kijken bezorgd naar de lucht. Na drie prachtige, zonnige dagen is ons nu regen beloofd. Voorlopig blijft het nog droog ondanks het feit dat het erg bewolkt is.

Op de Gulperberg

Toch kunnen we onze jassen nog in de rugzak laten, want onze eerste opdracht is een fikse klim naar de top van de Gulperberg, vanwaar we een mooi zicht krijgen op ons volgende doel, het dorp Gulpen. Na een kort bezoek aan het Mariabeeld op zijn enorme sokkel,  dalen we af naar het stille, maar mooie dorp dat in de vallei van de Gulp (!) ligt, om dan natuurlijk weer via een korte stijging terug het Zuidnederlandse heuvelland in te klimmen.

Langs de lange, recht Heeselsweg komen we nog enkele wandelaars tegen en een dame houdt ons even gezelschap tijdens haar ochtendwandeling.  Het pad voert ons nu eerder door open velden dan door groene bossen zoals gisteren. Om iets voor half elf komen we dan bij de plaats die één van de hoogtepunten van onze vierdaagse had moeten worden : in het Gerendal wandelen we langs de “Orchideeëntuin”. Die is bekend voor zijn grote verscheidenheid aan orchideeën. Spijtig genoeg is het voorjaar al vrij warm geweest en we zijn wat na het hoogtepunt van de orchideeënbloei hier. Toch  zien we nog enkele Grote Muggenorchissen,  Welriekende nachtorchissen, wat Hondskruid  en zelfs nog een Poppenorchis. Als we verder gaan zij we verplicht om voor de eerste keer tijdens onze vierdaagse om onze regenkledij aan te trekken. Het is slechts een zachte regenbui en als we het Biebos bereiken is het al een tijdje terug droog.

Grote Muggenorchis

Aan de rand van Valkenburg moeten we een GR-omleiding volgen en missen zo het zicht op de stad vanaf de Wilhelminatoren. We komen onmiddellijk op de Oud Valkenburgerweg en worden zo het centrum van de stad ingeleid. Het begint terug te druppelen en we zoeken onze toevlucht onder één van de vele overdekte terrassen, waar we een warme drank bestellen en een half uurtje de vele toeristen observeren, die hier schijnbaar doelloos voorbij slenteren. Het is terug droog als we langs de Grendelpoort  het oude Valkenburg verlaten. We wandelen nu langs de voet van de Cauberg verder westwaarts en zien nu en dan oude ingangen van de mergelgroeven, waar men vroeger kalksteen ontgon. We passeren de ingang van enkele van die groeven, waarin men in één ervan een replica van Romeinse catacomben heeft gemaakt. Verderop  komen we op een pad langs de oever van de Geul, en als we een bank zien, besluiten we hier onze picknick te verorberen.

Berkelpoort in Valkenburg

We blijven de Geulvallei volgen tot we iets na Geulhem de beboste valleiwand ingestuurd worden.  Er beginnen terug druppels uit de hemel te vallen, maar we worden voorlopig nog beschermd door het dichte bladerdak van het bos. Midden in het bos moeten we een flinke, metalen trap opklimmen en staan dan even later aan de rand van een oude mergelgroeve. Er is een mooi uitzicht platform voorzien. De natuur is stilaan het landschap terug aan het overnemen. Ter hoogte van hoeve Heihof komen we uit de bossen terug op asfalt en dan gaan de hemelsluizen pas goed open. Er is nergens onderdak te bespeuren en we besluiten dan maar koppig door te wandelen in de hoop dat het uiteindelijk wel zal stoppen met regenen.  Door de open velden bereiken we de rand van Maastricht bij Amby, maar de regen blijft maar neerplensen.

De mooie waterplassen bij het United World College en het Geusseltpark kunnen ons niet bekoren. Ondertussen worden we ondanks onze regenkledij steeds natter en zijn tevreden als we onder de brug over de Terblijterweg even kunnen schuilen. Maar er is niets aan te doen … we moeten verder en ons einddoel, het station van Maastricht, is niet ver meer.  We hebben de laatste kilometers zo snel gewandeld, dat we aan het station toegekomen, nog tijd hebben om onze natte kledij om te wisselen voor droge en de trein van een uur vroeger naar Luik kunnen nemen.  Ondanks het natte einde blijft de herinnering aan het Krijtlandpad toch een positieve. In 4 dagen hebben we het zuiden van Nederlands Limburg doorkruist en genoten van mooie landschappen, prachtige wandelpaden  en sympathieke inwoners.  Het Krijtlandpad was de moeite waard !

Scroll naar boven