GR20 Corsica Zuid

GR20 : Corsica Zuid

 

Heenreis : 16 Juni 2012

 

Op de kop een jaar na onze tocht door het midden van Corsica, vertrekken we voor het derde en laatste deel van de GR 20 van Vizzavona naar Conca. De vlucht zelf verloopt vlekkeloos en na 4 uren wachten in Terminal 2 op de luchthaven van Nice, kunnen we om 12u55 met een vertraging van 15 minuten opstijgen voor een vlucht van 40 minuten naar de kleine luchthaven van Campo dell’ Oro in Ajaccio.

Normaal zouden we nu genoeg tijd hebben om in het treinstation van Ajaccio de trein te nemen naar Vizzavona, maar de bus die ons daarheen moet voeren heeft net een ongelukje gehad en het duurt even voor het papierwerk geregeld is, zodat het toch nog even nerveus op de horloge kijken wordt, voor we iets voor drieën in Ajaccio Gare toekomen. We kopen onze tickets één richting naar Vizzavona en zoeken de trein op. Dat wordt een kleine desillusie ! We verwachten hier op de wereld(?)beroemde ‘U Trinighellu’ (le petit train) te stappen. Dit is een oude trein, die via een reeds meer dan 100 jaar oude spoorlijn, de drie grote steden van Corsica (Ajaccio, Bastia en Calvi) met elkaar verbindt. Het treintje staat er wel, maar wij stappen echter op een hypermodern treinstel met airco. Het zij zo … een rit met ‘le petit train’ bewaren we voor een andere keer !

Na een dik uur, stappen we om 16u20 uit op het perron van Vizzavona. We hebben er een reis van 12 uren opzitten. We trekken eerst met onze bagage naar Bar-resto de la Gare ‘le Refuge’ om onze tocht te beginnen met een heerlijke ‘omelette brocciu’ en stappen dan verder naar het Hotel I Laricci, waar we 2 bedden hebben gereserveerd in de dortoir. Op het terras genieten we in de zon (30 °C op ongeveer 1000 m hoogte) van een frisse pint en na een wandelingetje naar het dorp, zetten we ons neer in het restaurant van het hotel voor een uitgebreid avondmaal (omelette legumes, riz-poulet-épices en chocomousse). Om 21u30 trekken we ons na een lange dag terug in onze dortoir, waar we wat later nog het gezelschap krijgen van een Italiaans koppel.

11. Vizzavona – E’Capanelle : 17 Juni 2012

Wij pakken onze spullen in en passeren nog langs het restaurant voor het ontbijt om om 7u40 de rood-witte streepjes terug volgen. Bij het kapelletje van de Notre Dame laten we de GR20 Nord achter ons en kiezen voor de zuidelijke richting. Een korte klim brengt ons op de verkeersweg van Corte naar Ajaccio, die hier het eiland in tweeën snijdt en hier beginnen we aan een rustige klim naar de eerste bocca van onze tocht, de Bocca Palmentu. Het is heerlijk wandelen in de schaduw van de bomen van het immense Forêt Territoriale de Vizzavona. Doorheen het gebladerte hebben we regelmatig mooie zichten op de nu helemaal door het zonlicht beschenen zuidflank van de Monte d’Oro. Orchideeën versieren de rand van het rotsige wandelpad.

Nadat we de afslag naar het Hotel Monte d’Oro gepasseerd zijn, komen we al snel boven de boomgrens en kunen nu de mooie, groene en grijze heuvelruggen in al hun glorie aanschouwen. Om 10u komen we aan op de Bocca Palmentu en we zijn niet alleen. Het is zondag vandaag en er zijn heel wat dagwandelaars op de afspraak. En het is wel te begrijpen waarom ze hier een halte maken. Je kan hier helemaal tot aan de oostkust bij Aleria zien.

Dan gaat het verder langs de Bergeries d’Alzeta en over de Ruisseau d’Alzitone naar de Crête d’Oculu, waar de vergezichten weer formidabel zijn. Aan de andere kant van de crête neemt de Monte Renosu met zijn nog besneeuwde top nu de rol van achtergrond over van de Monte d ‘Oro. We wandelen verder langs prachtige witte daffodils en ontelbare exemplaren vingerhoedskruid tot we om 11u20 een halte houden op een groot rotsblok met zicht op de vallei van de Fium’Orbu. We zetten ons neer in de schaduw van enkele Corsicaanse dennen en verorberen onze makreelfilets in mosterdsaus met de baguette. Terwijl we om ons heen kijken meen ik in de verte zelfs een eiland te zien liggen in de glinsterende Middellandse Zee. Zou het het befaamde eiland Montecristo kunnen zijn ?

Nadat we de Bergeries de Scarpaccedie achter ons gelaten hebben, lukt het ons toch nog om even de weg kwijt te spelen. Het duurt even voor we de GR teruggevonden hebben bij de Crête de Chufidu en misschien maar goed ook, want zo komen we niet té vroeg aan de gîte d’ étape U Fugone bij de bergeries d’ A Capannelle. Het is net geen 14u als we ons aanmelden en onze rugzakken neerploffen op de bedden in ons eigen 4persoonskamertje. Op het terras bij een frisse Pietra maken we kennis met een 7-tal jonge Vlamingen (o.a. uit Bonheiden) die vandaag uit Prati komen en ons vertellen over een nieuwe route tussen de refuges van Usciolu en Asinau. We moeten nog tot 19u30 wachten voor we ons kunnen te goed doen aan het avondmaal : een soupe corse, polenta de chataigne met stoofvlees en een chocoladecake als dessert. Daarna wordt er nog wat geconverseerd en dan is er een rustige kamer met een zacht bed.

 

12. E’Capanelle – Prati : 18 Juni 2012

Als we ons opgefrist hebben en onze spullen ingepakt klaarstaan, is het nog maar 7u20. En dat is 10 minuten te vroeg voor het ontbijt ! Gelukkig kunnen we genieten van een prachtige zonsopgang boven de Middellandse Zee. We hebben besloten de hoge variant via de top van de Monte Renosu aan ons voorbij te laten gaan en langs de gewone route naar de Bocca di Verde te gaan. Na een korte klim dalen we af in het valleitje van de ruisseau de Casso, dat we volgen tot aan de pont de Cassachie. Hier krijgen we zelfs even wat asfalt onder de voeten, maar al snel laten we de weg achter ons en kunnen we genieten van een mooi pad dat ons naar het volgende beekje leidt, de Ruisseau de Cannareccia, dat we om 9u30 bereiken.

Wij gaan nog een half uurtje verder tot we ons op het plateau de Cuscogliule voor een kwartiertje neerzetten. Verschillende individuele en groepjes wandelaars halen ons hier weer in. Op het plateau van Gialgone vervoegt de hoge variant terug onze route en wat verderop lopen we over de passerelle over de ruisseau de Marmanu. Vervolgens gaat het langzaam omhoog door het bos naar de Col de la Flasca en verder naar de Bocca di Verdi. Op 1289 m hoogte is de Bocca di Verdi samen met de Cols de Vergio, Vizzavona en Bavella één van de vier grote cols, die de west- en oostkust van Corsica verbinden. Hier is ook een café met terras, een refuge en mogelijkheid om te kamperen. Wij besluiten van het eerste gebruik te maken en nemen plaats tussen enkele plaatselijke bewoners en vele GR 20 wandelaars die hier ook besloten hebben hun middagmaal te nuttigen.

Naast een zwaarbeladen Frans vader-zoon koppel, komen we weer Stefan uit Donaueschingen tegen en een koppel uit München. Na 3 kwartier beginnen we aan het zwaarste deel van de dag: een klim van 600 m naar de Bocca d’ Oru op de volgende heuvelkam. Eerst gaat het vrij steil omhoog door het bos. Hogerop komen we in een vlakker stuk terecht met weiden, maar dan gaat het terug steil omhoog tot boven de boomgrens. Om 14u45 staan we op de kam (Bocca d’Oru 1840 m). We kunnen in de verte terug de zee zien en het Etang d’ Urbino. We blijven maar enkele minuten om op adem te komen, omdat we weten dat ons einddoel, de refuge de Prati, nog maar even verderop is.

Om even na drieën komen we er aan. De refuge is prachtig gelegen met zicht op zee, een mooie , groene kampeerplaats ervoor en de top van de Punta della Cappella daarachter. Wij gaan niet kamperen deze keer en zoeken onze plaatsen in de dortoir op om daar onze spullen te dumpen. We schaffen ons elk een flesje Pietra aan en zetten ons op het terras in het zonnetje. We zien onze medewandelaars aankomen en hun tentjes opzetten. Na een uurtje is het dan tijd om de (koude) douche op te zoeken om ons te verfrissen. Het avondmaal bestaat deze keer uit een voorgerecht van Corsicaanse salami, dan penne met stoofvlees en als nagerecht kaas. Om 20u30 liggen we al in bed met een boekje. Gelukkig worden we niet wakker van onze buurman uit Monpellier, want die had ons gewaarschuwd dat hij ’s nachts snurkt (ronfler).

13. Prati – Usciolu : 19. Juni 2012

Na 06u00 ’s morgens (of soms ook vroeger) is het niet meer mogelijk om echt te slapen in de dortoirs op de GR 20. De eerste vroege vogels klimmen dan al uit hun bedden en vanaf dan is er altijd wel iemand die zijn spullen bijeen pakt om ook te vertrekken.  Om 7u30 zijn we dan (zeker niet als eersten) onderweg op de ‘zjeèrrveingt’. We beginnen met een mooie klim en traverse over grote, granieten platen naar de bergkam net onder de top van de Punta della Cappella (2000 m). We zullen vandaag deze kam verder volgen en de Punta achter ons nog meermaals kunnen bewonderen. Het pad slingert zich aan beide kanten van de kam verder van Bocca (laagtes) naar Punta (hoogtes) en zo gaat het de hele dag door.

Nadat we onderlangs de Punta di Campitello (1937 m) en de Punta di Latuncellu (1722 m) gepasseerd zijn, bereiken we om 9u40 de Bocca di Rapari, waar we even kunnen uitblazen in de schaduw van enkele kleine boompjes. Nog geen half uur later zijn we bij de volgende Bocca (di Laparo). Hier kruist de GR 20 één van de drie lange afstands wandelwegen, die Corsica doorkruisen van oost naar west, de Mare a Mare Centre. Onder een felle zon gaat het dan fors omhoog naar de Bocca di a Furmicula, waar we weer een flink eind boven de boomgrens vertoeven. Wij zetten nog even door, want iets verder wenkt ons de top van de Monte Furmicula (1981 m). Hier hebben we besloten om even een halte te houden voor onze picknick. We komen er om 12u stipt aan. Groene heuvelruggen strekken zich rondom ons uit tot ze in de verte de zee raken en als het ware aan onze voeten in de vallei blinkt het dorpje Cozzano in de zon. In het noorden domineert de Punta della Cappella nog steeds de kam, waarop we ons bevinden.

Na een goed half uur vertrekken we weer voor de laatste etappe. Van hier af is het steeds bergaf naar de volgende refuge. Die ligt iets ten oosten van de bergkam en het duurt dan ook niet lang voor we hem in het zicht krijgen. De plaats wordt verraden door de vele, helblauwe Quechua tentjes, die errond opgesteld staan, en die men kan huren . Om 13u20 arriveren we al bij de refuge d’ Usciolu en zoeken een plaats in de dortoir. We hebben dus tijd genoeg om van onze inspanningen te bekomen en zetten ons dan ook eerst even op het terras met een frisse pint (Colomba deze keer, een Corsicaans witbier). Voor de hut strekt zich de kampeerplaats uit, waar tussen grote en kleinere rotsblokken de wandelaars een plaats hebben gezocht voor hun tenten.

Ondertussen is de dortoir en de kampeerplaats erg vol geraakt. Usciolu is zo wat de halfweg-hut van het zuidelijk deel van de GR 20 (halfweg tussen Vizzavona en Conca), met als gevolg dat het grootste deel van zowel de noord-zuid als de zuid-noord wandelaars hier tegelijk aankomen. We merken ook dat er gezelschappen bij zijn, wiens bagage vervoerd wordt door muil- en andere ezels. Om 18u30 kunnen we ons avondmaal afhalen bij een wat opzij gelegen hut. We zetten ons op het terras aan een tafel met andere eters en genieten van onze pasta met wortels en stoofvlees (voor slechts € 9 deze keer). Om kwart na acht begeven we ons al naar de dortoir. De snurker uit Monpellier van gisteren kan ons nog even uit onze slaap houden, maar voor 21u zijn we al niet meer bij bewustzijn.

 

14. Usciolu – Asinau : 20 Juni 2012

We ontbijten in de keuken aan de zijkant van het gebouw en zijn om 6u15 al onderweg, als de meeste andere wandelaars uit hun tenten beginnen te kruipen. Na een korte klim komen we bij de Bocca di Surragheddu aan op de Arête a Monda. Deze kam zullen we nu blijven volgen. Over steenplaten en rotsblokken gaat het van de ene kant van de kam naar de andere. We genieten weer van de mooie vergezichten aan beide kanten, naar Cozzano in de vallei van de Taravo rivier en het silhouet van de Monte Incudine (of Alcudina) in de vert

Het is nog vrij fris op de kam als we de top van de Punta di a Scadatta (1834 m) passeren en het is pas nadat we door de poort van de Brêche Petra di Leva gegaan zijn, dat het pad echt begint te dalen en we iets later onder de boomgrens terecht komen.  Om 8u35 komen we aan op de Bocca di l’ Agnone en hier staan we voor een dilemma. De oorspronkelijke route van de GR 20 gaat van hier over het plateau de Cuscione naar de voet van de Monte Incudine, maar net dit jaar is de route verlegd, waarschijnlijk om de eigenaars van enkele bergeries (Bassetta en Matalza) mee te laten. genieten van de vele GR 20-ers, die hier jaarlijks voorbij komen. Moesten we deze weg volgen, dan zou dat een extra dag toevoegen aan onze tocht of één van de volgende etappes wel erg lang maken. Dus we doen zoals de meeste wandelaars , denk ik en volgen de richting van een grote met stenen gemaakte pijl op de grond richting Incudine en Refuge d’ Asinau. Iets verder leggen we onze rugzakken even neer om onze fleeces uit te doen. Hier beneden , weg van de kam is het al wat minder koud en straks wacht ons een klim van 700 m naar de top van de Incudine. De wandeling die dan volgt over het plateau van Cuscione heeft eigenlijk geen GR 20 gehalte. Het is een rustige tocht door weiden en over kleine beekjes , die ons een uur later bij de afslag naar Zicavo en de Bergerie d’ i Croci  brengt

Om 10u10 komen we dan bij de brug over de ruisseau de Furcinchesu. En hier zien we dat het de Corsicanen echt menens is om de route van de GR te verleggen. Al de houten leggers van de hangbrug zijn doorgezaagd, zodat je de brug effectief niet meer kan gebruiken. Gelukkig staat het water in de beek niet erg hoog en kunnen we die via de rotsen gemakkelijk oversteken. Aan de overkant gekomen, besluiten we – hoewel het nog maar kwart na 10 is – dat het tijd is om te picknicken, voor we de klim naar de hoogste top van zuidelijk Corsica aanvatten. De rustpauze heeft ons deugd gedaan en het eerste deel van de klim naar de ruïne van de refuge I Pedinielli gaat zeer vlot. Wat verder weten we een bron en daar houden we weer even een halte, terwijl we onze waterflessen vullen.

De helling wordt wat minder steil en zo komen we om 12u aan op de Crête de la Foce Aperta bij de Col de Luana (1800 m). Deze kam volgen we nu verder zuidwaarts, eerst vrij steil, maar daarna wat vlakker richting Alcudina. Het wolkendek is ondertussen wat dichter geworden (er vallen zelfs enkele druppels uit de lucht), maar gelukkig hangt ze niet te laag en na de zoveelste bocht zien we in de verte het kruis op de top. Er zijn heel wat wandelaars onderweg, maar als we om 13u10 op de top (2134 m) aankomen, zijn we (even) alleen. Het kruis, dat jarenlang op zijn zij gelegen heeft, staat nu weer recht. Heel zuidelijk Corsica ligt aan onze voeten. In het zuidoosten onderscheiden we gemakkelijk de Aiguilles de Bavella, waar we morgen wat nader mee kennis hopen te maken. Daarachter zien we de Middellandse Zee glinsteren. We blijven er een half uurtje genieten van het uitzicht en nemen wat foto’s van andere groepen wandelaars die de één na de ander ook de top bereiken.

Maar dan is het tijd voor de laatste etappe en dalen we over een chaos van rotsblokken nog wat over de kam zuidwaarts tot een rood-witte pijl ons de diepte in wenkt. Ver onder ons (500 m !) kunnen we als een klein stipje ons einddoel van vandaag al onderscheiden : de refuge Asinau. Na een uur zijn we er dan toch. Om iets na drieën melden we ons aan bij de gardien en krijgen we onze plaatsen in de dortoir toegewezen. We zetten ons op het terras met 2 Pietra’s en dan komt de zon weer achter de wolken vandaan. Perfect ! We douchen ons en doen de was (als je om gewicht te besparen maar 1 set wandelkleren meebrengt, is wasmiddel incontournable). Daarna zetten we ons weer op het terras en raken in gesprek met een groepje jonge fransen, die uit het zuiden komen. Ze bevestigen ons dat de hoge variant van morgen erg mooi is en best te doen. Om 18u30 krijgen we een avondmaal van worst, appelmoes en linzen voorgeschoteld met een broodje en kaas als nagerecht.</a<

 

15. Asinau – Paliri : 21 Juni 2012

Na negen uren slapen is 06u00 ’s morgens niet echt een vroeg uur om op te staan. Het begint met een rustige afdaling van een half uur naar de vallei van de Giaighiccia. Al snel laten we de eerste stralen van de opkomende zon achter ons en trekken we verder in de schaduw van de Bavella groep. Om 8u20 wijst een bord ons de richting aan die we moeten nemen ‘la Variante Alpine’. We laten de wit-rode strepen achter ons en volgen nu de gele richtingwijzers. En dat alpiene voelen we al snel aan onze benen, want het gaat zigzag recht de berghelling op.

We komen beetje bij beetje boven de boomgrens uit en dan wordt de klim wat minder steil , als we wat later op de Bocca di u Pargulu op 1662 m aankomen in de zon. Dit is het hoogste punt van de route vandaag. Tijd om even de rugzakken uit te doen en wat uit te rusten in de zon aan de voet van de imponerende rots van de Punta di u Pargulu (1785 m). In de diepte kunnen we al de gebouwen onderscheiden van de Village de Bavella, het groepje restaurants en gïtes,die iets onder de Col de Bavella liggen. Ook de Punta Tafunatu met zijn opening door de top, zien we aan de andere kant van de vallei liggen. Na een kleine snack zijn we om iets voor 10u weer onderweg. Af en toe is er wat klauterwerk, maar over het algemeen valt het wel mee. Tot we op de flank van de Punta di l’Ariettu op een rots stoten ter grootte van een klein appartementsblok. Die ligt hier al een hele tijd, want men heeft er een ketting aan de rotswand bevestigd om de bestijging ervan wat makkelijker te maken. De opstap is wel wat groot, maar we geraken er allebei op en met de ketting als hulp is de klim over deze granieten blok wel te doen.

Na een mooie wandeling over nog meer graniet langs de Punta di l’ Acellu komen we iets voor 11u00 aan op de Bocca di U Truvone op 1334 m hoogte. Het gaat eerst erg steil omlaag, maar dan wordt het wat vlakker en na een half uur zien we weer de bekende rood-witte streepjes en weten we dat de beide GR-varianten weer samengekomen zijn. Om 11u35 komen we aan op de Col de Bavella en moeten we even de schok verwerken van zoveel drukte. Auto’s, bussen, (veel) fietsers en moto’s blokkeren hier als het ware het asfalt en bezetten elk stukje van de parkings. Tussen dat alles lopen wij en enkele andere GR 20 wandelaars  een beetje verloren. Na een korte halte bij La Notre Dame de la Neige, trekken we snel verder naar de Village de Bavella en strijken neer op het terras van de Auberge du Col de Bavella. Aan een gezellig tafeltje in de schaduw van een zonnescherm bestellen we een heerlijke salade met een karaf fris water en tasten toe.

Na een uurtje zijn we helemaal terug uitgerust en vertrekken naar ons einddoel, de refuge de Paliri. De GR 20 loopt net langs het restaurant en we wandelen langs een breed bospad naar de vallei van de Volpajola. Beneden gekomen slaan we een smal pad in, dat ons na een half uur op de Foce Finosa (1206 m) brengt. Hier overschrijden we de Crête de Punta Tafunatu en hebben we een prachtig zicht op het deel van de GR 20 dat we morgen moeten bewandelen.  Om 14u50 worden we door een jonge gardien ontvangen aan de refuge de I Paliri. We bestellen onmiddellijk onze maaltijden en maken van de mogelijkheid gebruik om deze keer een tent te huren. We hebben ze telkens al zien staan bij de hutten, de blauwe Quechua tenten en kiezen er één uit die wat afgezonderd staat van de rest. En daar drinken we in de schaduw onze Pietra’s (biertjes). De rest van de namiddag brengen we door met een groeiend aantal wandelaars op het terras van de refuge. We wisselen onze ervaringen uit met groepen en individuen, die we al veel of minder gezien hebben de vorige dagen. Na het avondmaal  wordt er nog wat gedronken op de goede afloop van het GR 20 avontuur. De meest gasten zijn noord-zuid wandelaars en beëindigen morgen de tocht, dus er valt wel iets te vieren. We blijven meevieren tot 22u, maar trekken ons dan terug in onze tent. En eerlijk gezegd .. het gaat de rustigste nacht worden van onze trektocht ! Morgen zijn we terug in de bewoonde wereld.

16. Paliri – Conca : 22 Juni 2012

We hebben heerlijk geslapen in de tent. Ondanks de relatief korte nacht (8 uren) staan we toch weer om 6u00 op samen met het overgrote deel van de wandelaars. Mijn pet is door de wind deze nacht meegenomen, maar andere wandelaars vinden een andere pet zonder eigenaar en deze eigen ik me dan maar toe. Om 7u40 zijn we er weer vandoor voor onze laatste kilometers op de GR 20.

Het eerste deel van de dag lopen we als het ware op wolkjes, … letterlijk dan. Er heerst hier inversie. We bevinden ons hier in een warme luchtlaag boven een koudere en die houdt de wolken die vanuit zee komen onder ons. Rondom ons zien we de prachtigste , gekartelde rotstoppen uitsteken boven een dikke, witte wolkenmassa. We komen zo onder andere langs de top van de prachtige Punta di l’ Anima Damnata en hebben een mooi zicht op de Monte Braciutu. Na een korte, fikse klim komen we om 9u10 aan op de Bocca di u Sordu (1065 m). Na een korte pauze gaat het dan verder over grote rotsplaten naar de rommelige ruïnes van Cappedu. We komen met de regelmaat van een klok bekende gezichten tegen, die we de voorbije dagen al ontmoet hebben.

Over rotsige paden dalen we verder af naar de vallei van de Ruisseau de Punta Pinzuta. Hier blijven we tot 10u30 in de schaduw zitten en houden een picknickstop. Maar goed ook want even verder heeft er zich een meertje gevormd naast de beek en daar maakt een flink aantal wandelaars gebruik van om een frisse duik te nemen. We blijven het geploeter even aankijken, maar beslissen dan van toch maar verder te gaan. Want er volgt weer een korte klim naar een colletje, voor de GR weer wat vlak wordt en dan wandelen we op hoogte verder langs de vallei van de ruisseau de Casale. Het is ondertussen bijna middag en de zon brandt ongenadig op onze hoofden. Gelukkig zijn we deze temperaturen (33 °C) ondertussen al wat gewoon. Na zo een uur gewandeld te hebben bereiken we om iets na 12 de smalle doorgang van de Bocca d’ Usciolu. Hier zien we de eerste dagjesmensen, die hier bescherming gezocht hebben in de schaduw van de rotsen. Diezelfde schaduw zoeken we even verder ook even op tussen wat boompjes aan de andere kant van de Bocca.

Als we wat later verder afdalen, krijgen we voor het eerst een mooi panorama voorgeschoteld over Conca en in de verte Porto Vecchio aan de zee. Wat volgt is een rustige afdaling over een gul met rotsblokken bezaaid pad, tot we om 12u45 op een verharde weg komen iets voor ons einddoel, het plaatsje Conca. Een beetje opgelucht dat het wandelen over puntige, ongelijke rotsen gedaan is, slenteren we verder over de asfalt stilaan de bebouwde kom van het plaatsje tegemoet. Bij een kruispunt hangt aan de muur een plaque met het bericht dat we het einde van onze odyssee bereikt hebben. We hebben de 180 km van de GR20 achter de rug ! Dat vraagt om een korte viering en om de hoek zetten we ons dan ook prompt neer op het terras van de Bar GR 20 (Le Soleil Levant) en bestellen een colaatje.

Na deze korte pauze wandelen we op ons gemak Conca door en bereiken om 13u30 de gîte La Tonnelle, een groot terrein met tennisvelden, restaurant, bar, camping en een gîte met enkele kamers. We hebben een kamer gereserveerd en na het aanmelden, zetten we onze spullen daar neer en keren we terug naar het terras om te genieten van een ‘salade randonneur’ en een ‘lasagne aubergine’. We babbelen nog wat en houden enkele Duitse medewandelaars gezelschap voor die verder rijden naar Porto Vecchio. Na een warme douche en wat platte rust op onze kamer , krijgen we ons avondmaal voorgeschoteld op het terras en kunnen nog de voetbalmatch Duitsland-Griekenland (kwartfinale Euro 2012) meepikken, die in de bar op de TV vertoond wordt. Nadat we ervoor gezorgd hebben dat we morgen twee plaatsjes hebben op de navette naar Porto Vecchio, rekenen we af en trekken naar ons zachte bed in de gîte.

 

Scroll naar boven