Inleiding
1. Fromelles
2. Mont Ormel, Chambois , Couloir de la Mort
3. La Suisse Normande
4. Utah Beach
5. Omaha Beach
6. Pegasus Bridge, Ouistreham
7. Thiepval
Inleiding
Dit jaar gooien we het over een andere boeg en stellen onze jaarlijkse uitstap in het teken van de herdenking van 100 jaar Wereldoorlog 1 en 71 jaar landing in Normandië tijdens Wereldoorlog 2. We bezoeken 2 sites uit de 1° Wereldoorlog en 5 uit de 2° Wereldoorlog in Frankrijk. Omdat we met de camper reizen, moeten we elke dag een lus maken, maar we kunnen ons wel elke dag verplaatsen. Na enkele dagen krijgen we van het thuisfront de bijnaam “Band of Brothers”. Misschien een beetje overdreven want heroïsch waren onze daden niet. Toch waren de wandelingen soms redelijk pittig.
1. Fromelles : 24 Mei 2015 : 9,2km
We vertrekken op tijd omdat we, ten eerste, ons moeten verplaatsen van Kontich via Leuven naar Fromelles voor onze eerste wandeling om daarna nog verder door te reizen naar Normandië. Gelukkig is het vandaag 2° Pinksterdag en is het relatief rustig op de wegen, ook op de ring rond Brussel. Als we Fromelles bereiken gaan we op zoek naar de start van onze wandeling die zich bevindt aan het nog nieuwe museum, Musee de la Bataille de Fromelles. Op 19 en 20 juli 1916 werd in de omgeving slag geleverd tussen een duitse, britse en Australische troepen. Eindresultaat: 8500 slachtoffers, doden en gewonden en geen terreinwinst. In 2009 werden er nog 250 lichamen gevonden van Britse en Australische soldaten. Voor hen werd er een nieuw kerkhof aangelegd in Fromelles en naar aanleiding daarvan werd besloten een nieuw museum te wijden aan de gebeurtenissen van die dagen. In 2014 opende het nieuwe museum zijn deuren.
We bezoeken eerst het museum, daarna het kerkhof en begeven ons dan op weg langs nog enkele kerkhoven en memorials. Na 1,5km passeren we een eerste gedenkteken voor kapitein Kennedy, die hier moedig heeft gevochten. Een beetje verder komen we bij het Australian Memorial Park met centraal een beeld “Cobbers” genaamd dat de kameraadschap voorstelt onder de soldaten. We lopen nu door het voormalige niemandsland en komen bij het Victoria Cross Corner Cemetery and Memorial, letterlijk “de Hoek van de Victoria Kruisen”. Onder 2 grote witte kruisen liggen 410 niet-geïdentificeerde Australische soldaten. Een beetje verder vinden we “Le Trou Aid Post Cemetery” (zo genoemd, omdat het ontstond op de plaats waar zich tijdens de gevechten in 1916 een ‘aid post’ bevond , waar de gewonden verzorgd werden (en stierven)) met nog eens 351 al dan niet geïdentificeerde Engelse soldaten, gesneuveld tijdens diverse veldslagen.
Weer een beetje verder nog een soldatenkerkhof; het “Rue Petillon Cemetery”. Meer dan 1500 soldaten uit het Britse Gemenebest ( waaronder 2 Indiërs ) liggen er begraven, naast, merkwaardig genoeg, enkele Duitse soldaten. Hierna keren we terug naar Fromelles en overschrijden weer de toenmalige frontlijn. Uiteindelijk belanden we in het Fazantenbos, waar in 2009 die 250 Australische en Britse soldaten opgegraven werden uit enkele massagraven (zie hoger). En zo belanden we terug in Fromelles aan het einde van onze eerste wandeling.
2. Mont Ormel, Chambois en de Couloir de la Mort : 25 Mei 2015 : 38km
Vandaag beginnen we aan het betere werk. We maken een wandeling van een kleine 40km in het gebied waar de veldslag om de “Zak van Falaise” zich afspeelde. Tussen 18 en 25 augustus 1944 waren zo’n 100.000 Duitse soldaten bijna volledig ingesloten door de Geallieerde legers. Een deel van hen slaagde erin aan de omsingeling te ontsnappen, maar de Duitse verliezen waren zo groot dat deze veldslag voor de Geallieerden de poorten openden naar de bevrijding van West-Europa.
We vertrekken vanuit het gehucht La Morinière van de gemeente La Fresnaie-Fayel. We wandelen richting Mont Ormel door holle wegen en langs appelboomgaarden, die de heerlijke Normandische Cider en Calvados leveren. Hier en daar is het opletten geblazen want allerlei landbouwwerktuigen hebben in die holle wegen diepe sporen getrokken, die op vele plaatsen nog vol water staan. Na 2 uur bereiken we Mont Ormel op 262 meter hoogte. Deze heuveltop biedt een goed overzicht over de omliggende valleien en was daarom van primordiaal belang in de veldslag. Ze werd veroverd en verdedigd door de Eerste Poolse Tankdivisie onder de leiding van Generaal Maczek (deze 1e Poolse Pantserdivisie onder generaal Maczek zal in oktober (1944) Baarle-Hertog-Nassau (op de Belgisch-Nederlandse grens) bevrijden, ons geboortedorp). Om de Poolse soldaten te eren werd er op de top van de heuvel een museum en memorial opgericht. Het is een vrij nieuw museum met een uitgebreide uitleg over de veldslag, een filmpje met getuigenissen en een aantal voorwerpen uit die tijd. Daarna bezoeken we buiten het memorial met enkele voertuigen, een standbeeld van Generaal Maczek en een prachtig uitzicht over de “Couloir de la Mort”. Na drie kwartier vertrekken we richting Chambois, de plaats waar de omsingeling van het Duitse leger werd voltooid en waar de Poolse, Canadese, Britse en Amerikaanse troepen elkaar ontmoetten.
Onderweg weer holle wegen, links en rechts afgeboord door hoge hagen met af en toe een doorkijkje over het golvende landschap. In Chambois vinden we in het centrum het middeleeuwse donjon en een aantal infoborden over de slag en een cafeetje waar we onze picknick gebruiken. Bij het verlaten van het stadje gaan we de kerk binnen waar we aan de praat geraken met de subdiaken die getrouwd is met een afstammelinge van Vlaamse boeren die zich na de Eerste Wereldoorlog in deze streek gevestigd hadden.
We volgen de Dives en bereiken Saint Lambert-sur-Dives, waar zeer hevig gevochten werd omdat de Duitsers hier een doorgang hadden van slechts 3km breed. We passeren een gedenkteken ter ere van majoor Currie, die de Canadese troepen aanvoerde. Een beetje verder komen we op een hoogte met een overzicht over de “Couloir de la Mort”. Daarna gaat het noordwaarts via La Motte en Le Bas de Neauphe en daarna oostwaarts via La Cour du Bosq en langs het kasteel van Boisjos. Ook hier lopen we door de “Couloir de la Mort” en bereiken rond 19.45u ons eindpunt.
3. La Suisse Normande : 27 Mei 2015 : 24km
Vandaag geen slagvelden, monumenten of oorlogshelden. We doen deze wandeling omdat hier gewoon een mooi stukje Normandië ligt. We vertrekken vanuit Pont d’Ouilly en volgen de Orne richting St. Christophe en duiken vandaar het bos in en volgen de plaatselijke GRP Tour de la Suisse Normande en de GR36. Als we terug bij de Orne komen, passeren we een vervallen papiermolen. Na Le Bô gaat het weer bergop om te belanden op de Rochers des Parcs, een rotsformatie die meer dan 100 meter boven de Orne uittorent. Ook hier een prachtig zicht over de rivier met een oude spoorwegbrug.
We dalen af naar de vallei en steken de rivier over in Clécy, waar we een ommetje maken naar het dorpscentrum om een cafeetje te zoeken voor onze picknick. Gelukkig hebben ze ook hier Affligem. Prachtig wandelweer, onder de zon in het open veld en in de schaduw in de bossen. We verlaten Clécy zuidwaarts via de Croix de la Faverie (een stukje afdaling van 30%) naar la Faverie, waar we even moeten zoeken naar de “lavoir” en de weg naar la Lande. Een forse klim van 10% 100m naar omhoog en daarna een afdaling van meer dan 100m door het bos naar de oevers van de Orne. Regelmatig passeren er kayakers. We doen nog een ommetje langs la Courbe en dalen dan stilaan af naar Pont d’Ouilly en bereiken na 6 uren terug ons vertrekpunt.
4. Utah Beach : 28 Mei 2015 : 32km
We vertrekken om 9.15u vanuit Camping Utah Beach en verkennen vandaag de streek waar in de nacht van 5 op 6 juni 1944 de Amerikaanse parachutisten gedropt werden tussen de Duitse linies om de landing van de troepen op Utah Beach te vergemakkelijken. Als we vertrekken is de lucht zwaar bewolkt en we nemen onze voorzorgen voor een natte wandeling. Gelukkig blijft de regen beperkt tot een lichte motregen. We wandelen langs het Musée du Debarquement, maar dat is nog gesloten.
De volgende kilometers gaan we tussen velden en weiden. Het enige, belangrijke feit is het vinden van een portefeuille met kredietkaarten en een beetje geld. (We zullen later in Sainte-Mère-Eglise de portefeuille MET HET GELD ERIN bezorgen aan een gendarme) In de buurt van Sainte-Marie-du-Mont komen we bij een monument ter ere van E-Company van het 506de regiment Parachutisten van het 101ste airborne Division onder leiding van Lt. Winters. Zij slaagden erin op 6 juni een Duitse artillerie-eenheid uit te schakelen in de buurt van Brécourt. Deze episode is bekend uit de HBO-serie “Band of Brothers”.
We lopen verder langs Boutteville (met een enorme taxusboom naast het kerkje) en Ecoquenéauville en komen rond 13u15 aan in Sainte-Mère-Eglise. Stadje bekend om de parachutist die urenlang met zijn parachute aan de klokkentoren bleef hangen. Parachute met bijbehorende pop wordt regelmatig ververst. Het dorpje loopt vol toeristen o.a. ook een aantal Amerikaanse soldaten in uniform. Zowel de horeca als de souvenirwinkeltjes spelen gretig in op het oorlogsverleden. Tijd voor onze picknick en een koele, blonde Leffe. Daarna bezoeken we het Airborne Museum, dat regelmatig uitgebreid wordt met nieuwe aanwinsten in nieuwe gebouwen.
Tijd om terug te keren en nu volgen we de GR223 via Turqueville en St.Martin de Varrreville richting Utah Beach. We maken nog een ommetje langs het Monument Leclerc om dan langs het strand terug te keren naar ons vertrekpunt. Onderweg zien we langs de duinen nog (restanten van) bunkers. Rond 18u45 komen we terug aan in onze logeerplaats.
5. Omaha Beach : 29 Mei 2015 : 14km
Vandaag is Omaha Beach aan de beurt. We vertrekken van onze kampeerplaats eerst naar de Pointe du Hoc. Een rots die vooruit steekt in het water tussen Utah en Omaha Beach, waar op 6 juni 1944 een merkwaardige slag werd uitgevochten tussen de Duitsers en een bataljon US Rangers. We vertrekken aan het Visitors Center, waar we een filmpje bekijken over de gebeurtenissen en volgen daarna het parcours langs de restanten van kazematten, bunkers en geschutsposities. Bepaald indrukwekkend.
Daarna gaat de tocht naar het Normandy American Cemetery and Memorial in Colleville-sur-Mer. Een groot militair kerkhof waar meer dan 9.000 Amerikaanse soldaten begraven liggen; Daarnaast bevindt zich op dit terrein nog een gedenkteken, een kapel, een Tuin der Vermisten en een bezoekerscentrum.
We vertrekken vanaf de parking en wandelen over de landingsstranden richting Vierville. Onderweg komen we nog enkele gedenktekens tegen o.a. voor Les Braves (een monument ter ere van de Amerikanen die Europa bevrijdden) en de National Guard (monument voor de soldaten van de 29° Amerikaanse Divisie, die deel uitmaakte van de National Guard). Daarna gaat het terug en we nemen een parallelle weg landinwaarts naar de begraafplaats in Colleville. Onderweg bezoeken we in St.Laurent-sur-Mer het Musée Mémorial d’Omaha Beach. Om 16.40u vinden we onze auto terug op de parking.
’s Avonds na het eten gaan we nog even langs het britse oorlogskerkhof. Hier liggen 2564 vooral Britse soldaten en ook 1 Belg.
6. Pegasus Bridge – Ouistreham : 30 Mei 2015 : 25km
We vertrekken vanuit Ranville richting rivier de Orne. Eenmaal de brug over de Orne gepasseerd, komen we bij de Pegasus brug. Ook weer bekend geworden door de film “The Longest Day”. Hier vond de allereerste actie plaats uit de grote operatie Overlord. 3 Zweefvliegtuigen met Engelse paratroopers landden vlakbij de brug en slaagden erin die te veroveren en te houden tot de grondtroepen vanaf het strand hen konden vervoegen. Om deze actie te herdenken ligt er vlakbij het Memorial Pegasus, dat we bezoeken om ons in te leven.
Daarna volgen we het kanaal van Caen naar de zee om rond de middag in Ouistreham te belanden. Riva Bella heet de wijk van Ouistreham die aan de zee ligt en hier speelde zich ook een scene af uit “The Longest Day”, waarin Franse commando’s de hoofdrol speelden. En dat hebben we dan ook gezien aan de straatnamen en monumenten voor deze helden. We wandelen de stad door tot we aan het eigenlijke centrum komen van Ouistreham waar zich de Mairie en de de kerk van St Samson bevinden. In één van de buitenwijken staan de straten volgepakt met auto’s omdat er een tornooi van jeugdige voetballertjes bezig is.
Het volgende dorpje waar we doortrekken heet St. Aubin-d’Arquenay, maar hier is echter niets te beleven. Door de velden trekken we naar onze volgende halte: Blockhaus Hillman. Dit was een versterkte Duitse site met 18 ondergrondse bunkers, vanwaar de Duitsers een overzicht hadden over de wijde omgeving. Het zorgde ervoor dat de geallieerde opmars ernstig werd vertraagd. We komen nog een herdenkingsplaat tegen voor een gevechtseenheid uit Norfolk.
We keren terug oostwaarts en doorkruisen Bénouville tot aan het kanaal en komen terug aan bij de Pegasusbrug. We stoppen bij een cafeetje vlak bij de brug, het eerste huis dat op D-day werd bevrijd, voor een frisse pint. Nog even rondneuzen in café Gondrée en het etablissement er tegenover tussen souveniers en prullaria van WO II. Daarna terug over de Orne richting ons verblijf.
7. Thiepval : 31 Mei 2015 : 7km
’s Morgens verlaten we de camping in Ranville en trekken huiswaarts. We verlaten Normandië en de slagvelden van de 2° Wereldoorlog. We rijden noordwaarts in de richting van de slagvelden van de Somme uit de 1° Wereldoorlog. We belanden in het minuscule dorpje Thiepval. Hier bevindt zich een brits memorial met de namen van meer dan 70.000 vermiste britse soldaten. Daarnaast ligt er ook nog een kerkhof met 300 Commonwealth soldaten en 300 Franse soldaten, de meesten niet-geïdentificeerd. Sinds 2004 is er ook een Visitors Centre met museum, film en bookshop.
Het regent een beetje als we het Memorial bezoeken, maar we besluiten toch een wandeling te ondernemen in de omgeving om nog andere kerkhoven en gedenktekens te bezoeken. We begeven ons eerst naar de kerk van Thiepval, waar er in de gevel nog een gedenksteen zit voor een Engelse militair van Belgisch-Ierse afkomst: Adrian Carton de Wiart.
Vervolgens gaat het richting Connaught Cemetry, waar nog eens 1268 Britten begraven liggen, waarvan de helft niet geïdentificeerd. Aan de andere kant van de weg staat de Ulster Tower, een memorial voor de soldaten van de 36° Ulster Divisie. We lopen met een grote boog rond het Thiepval Wood, dat niet mag bezocht worden zonder gids omdat er nog steeds onontplofte munitie zou liggen. We blijven dus braafjes op het pad. Het begint ondertussen steeds meer te regenen en als we uit het bos komen, krijgen we de volle lading. We besluiten de wandeling dan maar in te korten en terug te keren naar de parking. Na droge kleren aangetrokken te hebben, rijden we verder noordwaarts naar huis.