- Mesch – Epen (25 km) : 3 juni 2022
Het belooft weer een prachtige dag te worden. We nemen de draad van het Krijtlandpad terug op aan de Ezelsweg, die ons al snel op een hoogte brengt vanwaar we nog een laatste blik kunnen werpen op d’n Observant.
Verderop komen we bij onze eerste wandelboom van de tocht : we volgen hier even dezelfde weg als het Pelgrimspad, dat van ’s Hertogenbosch naar Visé loopt (maar dan noordwaarts). Langs velden met pas gezaaide tarwe of nog niet lang geplante aardappelen en mais dalen we af tot bij Camping De Bosrand, waarna het weer omhoog gaat. We merken dat vele boerderijen hier als bijverdienste kampeerplaatsen aanbieden. Zo komen we op de weg naar Libeek ook langs zo een ‘kampeerboerderij’.
Aan de overzijde van een vallei zien we de torenspits van het dorp St. Geertruid boven de bomen uitsteken. Na een volgende klim bereiken we om 11u30 het dorpje Mheer. We bewonderen enkele mooi gerestaureerde vakwerkhuizen en werpen even een blik in de St. Lambertuskerk. Achter het kerkhof kunnen we nog net de grote ronde toren van het plaatselijke kasteel onderscheiden. Er zijn hier enkele café’s open, maar we besluiten onze lunch stop uit te stellen tot in het volgende dorp, Noorbeek. Na een kwartier stappen door de velden komt ook dit dorp al in zicht. We merken dat we hier zowaar een Wijngaarden wandeling volgen. Noorbeek beroemt zich erop wel 7 wijngaarden en een distilleerderij te herbergen. Onze interesse gaat nu vooral uit naar het vinden van een etablissement, waar we de innerlijke mens wat kunnen versterken. Het is nu bijna 13u en we hebben honger.
Gelukkig treffen we in de schaduw van een lindeboom een mooi terras aan, waar we ons even later tegoed doen aan een portie spek met eieren. Ondertussen zien we flink wat wandelaars en fietsers (allerhande : mountainbikes, koersfietsen, maar vooral veel elektrische exemplaren) voorbij komen. We laten Noorbeek achter ons en trekken terug de Limburgse natuur in. Onderweg worden we nog vergast op een mooie vliegdemonstratie van een roofvogel. We denken dat het een rode wouw is, en dat is niet zo vanzelfsprekend, want die zijn nog maar sinds enkele jaren terug in Nederland te spotten ! Niet veel veder vangen we al een eerste glimp op van ons volgende doel, het dorp Slenaken. Het ligt nog wat verscholen in de vallei van de Gulp, maar na een wat omslachtige afdaling komen we via een mooie holle weg – waar we voor de tweede keer vandaag een pracht van een zadelzwam vinden – in het dorp terecht, waar we op het terras van Hotel Berg en Dal even een halte houden.
We verlaten Slenaken langs een mooi wandelpad met rustbanken, dat ons op een afstand van een goede kilometer van 150 naar 220 m hoogte brengt. Even later duiken we pal op de Nederlands-Belgische grens de bossen in. Eerst het Onderste en dan – natuurlijk – het Bovenste Bos. In de schaduw van de bomen kunnen we even afkoelen en genieten van al het groen rondom ons. Maar de grootste verrassing komt als we op het einde aan de rand van het bos een prachtig panorama over de vallei van de Terzieterbeek cadeau krijgen. Niet toevallig komen er hier net wat meer wandelaars voorbij. We genieten even van het prachtige landschap en vatten dan de afdaling aan.
Net over de heuvelrug aan onze rechterzijde zien we nog de daken en torens van het kasteel van Beusdael, dat op Belgisch grondgebied ligt. In de vallei aangekomen besluiten we – hoewel het hotel waar we een kamer gereserveerd hebben hier even verder is – nog even het Krijtlandpad te blijven volgen, zodat we in het centrum van Epen nog een terrasje kunnen bezoeken.
Daardoor kunnen we nog een kort bezoek brengen aan de Epener volmolen, die onderweg op de Geul ligt. Enkele honderden meters verder stopt onze tocht op het streekpad voor vandaag en wandelen we via een smal pad tussen velden door naar Epen, waar we in de hoofdstraat een terras vinden om onze moede ledematen even uit te laten rusten. Een kleine kilometer verder vinden we om 17u30 ons hotel, waar we aangemaand worden om niet te lang te wachten met ons op te frissen, want om 18u wordt het avondmaal geserveerd, en dat – hongerig als we zijn – willen we niet missen.